H5 §2 Olie-industrie: vloek of zegen?

H5.2 Olie-industrie: vloek of zegen?
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H5.2 Olie-industrie: vloek of zegen?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
1. Je kunt omschrijven wat het belang van de olie-industrie is voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten (van Nigeria).

2. Je weet welke nadelen de olie-industrie voor Nigeria heeft.

3. Je kunt 2 kenmerken van de olie-industrie in Nigeria benoemen.

Slide 2 - Diapositive

Wat is het BNP per hoofd?
A
Het geld dat alle inwoners van een land samen verdienen
B
Het gemiddelde inkomen dat een inwoner van een land per jaar verdient
C
Al het inkomen van een land

Slide 3 - Quiz

welvaart
welzijn
inkomen
koopkracht
gezondheid
alfabetiseringsgraad
levensverwachting
BNP/hoofd
aantal artsen per 1000 inwoners

Slide 4 - Question de remorquage

Bij welk deel van de beroepsbevolking horen de beroepen?
Landbouw
Industrie
Diensten

Slide 5 - Question de remorquage

Tekst
Tekst
De verdeling van de beroepsbevolking
geeft informatie over de welvaart in een land. De
cirkeldiagrammen tonen de verdeling van de 
beroepsbevolking in 3 verschillende landen.
Sleep de cirkeldiagrammen naar het 
bijbehorende land.
Nederland
Zuid-Afrika
Mali

Slide 6 - Question de remorquage

H5.2 Olie-industrie: vloek of zegen?
Waarom is (aard)olie zo belangrijk?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Ontstaan aardolie
Winnen olie

Slide 9 - Diapositive

Nigeria & olie
Nigeria heeft het hoogste bruto nationaal product (bnp) van Afrika.



Hoeveel aardolie jaarlijks precies oplevert, hangt af van:
Belangrijkste reden is olie
- 9% bnp
 
- ruim 90% jaarlijkse export
 
- ongeveer 80% overheidsinkomsten
- de vraag naar olie
 
- het aanbod van olie
 
- de olieprijs

Slide 10 - Diapositive

- veel vraag door wereldwijde economische groei = veel export = veel inkomsten
--> Veel productie, veel transport = veel brandstof (en dus olie) nodig.
weinig vraag naar olie door wereldwijde economische crisis = weinig export = weinig inkomsten
--> weinig productie, weinig transport = weinig brandstof (en dus olie) nodig.

De olieprijs:
 
- stijgt bij wereldwijde economische groei.
 
- daalt bij wereldwijde economische crisis.

Slide 11 - Diapositive

Oliecrisis
De oliecrisis van 1973 was een wereldwijd opzettelijk gecreëerd tekort aan aardolie. De crisis werd veroorzaakt door een aantal politieke acties van de Arabische olieproducerende landen.

De Arabische landen verhoogden de olieprijs met 70% en verminderden de olieproductie elke maand met 5%, zodat de prijs per vat explosief steeg. 

Slide 12 - Diapositive

Nigeria: samenstelling van de export, 1962 en 2017.
Leg uit hoe we aan deze bron kunnen zien dat de welvaart in Nigeria is gegroeid tussen 1962 en 2017.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

Welke kaart laat de regionale ongelijkheid in Nigeria zien?

Slide 15 - Question de remorquage

Nigeria heeft veel olie. De meeste olie bevind zich in het ............
A
Noorden
B
Oosten
C
Westen
D
Zuiden

Slide 16 - Quiz

Wat is geen nadeel van de olie-industrie in Nigeria?
A
Zorgt voor vervuiling in Nigeria
B
Zorgt voor veel werkgelegenheid
C
Zorgt voor corruptie
D
Zorgt voor 80% v/h inkomen regering Nigeria

Slide 17 - Quiz

Leerdoelen 
1. Je kunt omschrijven wat het belang van de olie-industrie is voor het bnp, de export en de overheidsinkomsten (van Nigeria).

2. Je weet welke nadelen de olie-industrie voor Nigeria heeft.

3. Je kunt 2 kenmerken van de olie-industrie in Nigeria benoemen.

Slide 18 - Diapositive