Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Programma
Terugblik
Uitleg 5.3
Atlasopdracht
Wat heb je geleerd?
Slide 1 - Diapositive
Hanze
Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt. Reizen kon gevaarlijk, duur, of lastig zijn Groepen steden in Europa gingen samenwerken om meer handel te krijgen. Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Slide 2 - Diapositive
De Markt
De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
weekmarkt jaarmarkt
één dag(deel)
dagen, weken
Slide 3 - Diapositive
Hanze
De steden maakte afspraken over:
prijzen
gezamenlijk inkopen
het betalen van tol
belastingen
Slide 4 - Diapositive
De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. Wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen
Slide 5 - Quiz
Wat is GEEN voordeel van het oprichten van de Hanze?
A
De handel tussen steden wordt uitgebreid
B
Reizigers konden veiliger reizen
C
De prijzen van producten worden gelijk gemaakt
D
Onderlinge concurrentie tussen de steden
Slide 6 - Quiz
Wat zijn voorbeelden van handelsproducten van de Hanze?
A
Stenen, kruiden en graan
B
Kruiden, potten en hout
C
Graan, hout en wol
D
Hout, graan en kruiden
Slide 7 - Quiz
5.3 Een leven voor God
Slide 8 - Diapositive
Deze les leer je:
Waarom het geloof voor mensen in de middeleeuwen zo belangrijk was.
Waarom de tijd en plaats waarin je leeft te maken heeft met wat je ergens van vind.
Slide 9 - Diapositive
De rol van de kerk
Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren verboden. Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
Iedereen luisterde daarom naar 'de kerk', die bepaalde hoe mensen moesten leven.
Slide 10 - Diapositive
Leven na de dood
In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
De kerk was in de middeleeuwen erg machtig
Slide 11 - Diapositive
Leven na de dood
Het leven na de dood was belangrijker dan het leven op aarde
Hemel Hel
Memento mori - gedenk te sterven
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Gebonden aan tijd en plaats
Hoe we denken en wat we van iets vinden, heeft te maken met de tijd waarin we leven én de plaats we wonen. Maar ook met:
hoe oud je bent (leeftijd)
wat je gelooft (geloof)
man/vrouw
arm of rijk
welke school/werk (etc.)
land waarin je woont
Dit noemen we gebonden zijn aan tijd en plaats.
gebonden aan tijd en plaats
Hoe je denkt over iets komt doordat je het atlijd bekijkt vanuit de tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont.
Slide 14 - Diapositive
Waarom denken mensen anders in een andere tijd?
A
Omdat mensen in een andere tijd dom waren.
B
Omdat mensen nu anders leven dan toen.
C
Omdat mensen nu slimmer zijn.
D
Omdat mensen nu niet meer geloven in God.
Slide 15 - Quiz
Waarom denken mensen anders in een andere plaats/land?
A
Omdat daar andere dingen belangrijk zijn.
B
Omdat mensen daar dommer zijn.
C
Omdat mensen daar slimmer zijn.
D
Mensen denken overal hetzelfde.
Slide 16 - Quiz
Hoe komt het dat vooral arme mensen christen werden?
A
De christenen kochten arme mensen om. Als zij christen zouden worden, kregen ze een groot geldbedrag.
B
Rijke mensen hadden een betere opleiding. Daarom geloofden ze de dingen die de christenen vertelden, niet zo snel.
C
Christenen hielpen elkaar. Als er één ziek werd of in de problemen kwam, hielpen de anderen hem.
D
Christenen geloven dat je in de hemel kwam als je goed leefde. Arme mensen hadden een zwaar leven.
Slide 17 - Quiz
Wat is het hiernamaals?
A
Het leven na de dood
B
Waardering, hoe belangrijk iemand wordt gevonden
C
Geloof waarbij gebeurtenissen in de natuur worden vereerd
D
Gaat over mensen en groepen in de samenleving
Slide 18 - Quiz
Wat betekent Momento Mori
A
Pluk de dag
B
De bijbel is god
C
Leven om te sterven
D
Het geloof is het belangrijkste
Slide 19 - Quiz
Het Christendom werd in de middeleeuwen erg belangrijk. Waarom?
A
Het leven was zwaar, maar als je goed geleefd had kon je na de dood in hemel komen.
B
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar leerde je lezen en schrijven.
Slide 20 - Quiz
Waar was het leven in de tijd van steden en staten vooral op gericht?
A
Op het leven na de dood
B
Op het streven naar gelijkheid tussen mensen
C
Op het genieten van het heden.
D
Op een leven met God in bijvoorbeeld een klooster
Slide 21 - Quiz
Programma
Terugblik
Uitleg 5.3
Aan de slag
Wat heb je geleerd?
Slide 22 - Diapositive
De rol van de kerk
Het christelijke geloof was het enige ware geloof: alle andere geloven waren verboden. Mensen wilden erg graag na hun dood in de hemel komen.
Iedereen luisterde daarom naar 'de kerk', die bepaalde hoe mensen moesten leven.
Slide 23 - Diapositive
Leven na de dood
In de Middeleeuwen waren de meeste mensen in Europa christenen
De kerk was in de middeleeuwen erg machtig
Slide 24 - Diapositive
Leven na de dood
Het leven na de dood was belangrijker dan het leven op aarde
Hemel Hel
Memento mori - gedenk te sterven
Slide 25 - Diapositive
Gebonden aan tijd en plaats
Hoe we denken en wat we van iets vinden, heeft te maken met de tijd waarin we leven én de plaats we wonen. Maar ook met:
hoe oud je bent (leeftijd)
wat je gelooft (geloof)
man/vrouw
arm of rijk
welke school/werk (etc.)
land waarin je woont
Dit noemen we gebonden zijn aan tijd en plaats.
gebonden aan tijd en plaats
Hoe je denkt over iets komt doordat je het atlijd bekijkt vanuit de tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont.
Slide 26 - Diapositive
5.3 Een leven voor God
Slide 27 - Diapositive
Deze les leer je:
Dat mensen geloofden dat slechte dingen straffen van god waren
Waarom en hoe mensen kathedralen bouwden
Slide 28 - Diapositive
De straf van God
Mensen moesten goed leven om in de hemel te komen.
Dit leerden zij van priesters in de kerk.
Mensen die slecht leefden werden gestraft in de hel
Slide 29 - Diapositive
De straf van God
Mensen geloofden ook dat ze tijdens hun leven gestraft konden worden:
Ziektes
Brand
Misoogsten
Waarom? Ze begrepen niet (goed) waarom rampen ontstonden!
Slide 30 - Diapositive
Kathedralen
Slide 31 - Diapositive
Kathedralen
Kathedraal: Grote en mooie kerk van een bisschop
De leider van christenen in een gebied
Slide 32 - Diapositive
Kathedralen
Mooie, grote kathedralen bouwen is duur en moeilijk
Gilden betaalden mee en bouwden mee
om God te eren
Om hun Skills te laten zien
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Vidéo
500 - 1000 n. Chr.
1000 - 1500 n. Chr.
Stad
domein
Burgers
Horigen
Herendiensten
Handel
Ambachten
geld
bevolkingsgroei
Bonifatius & Willibrord, de missionarissen
Kathedralen
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Slide 37 - Question de remorquage
Kathedraal
Bisschop
Bedevaart
Heilige
Paus
Zonde
Bisschop van Rome en leider van de Rooms-Katholieke kerk.
Een reis naar een heilige plek om te gaan bidden.
Persoon die vereerd wordt om zijn goede daden.
Een bisschopskerk.
Godsdienstig leider van een kerkprovincie.
Een overtreding van een regel van de kerk, bijvoorbeeld van het christelijke gebod dat je niet mag doden.
Slide 38 - Question de remorquage
Wat is een kathedraal?
A
Een grotere kerk
B
Een kerk in een stad
C
Een kerk van een priester
D
Een kerk van een bisschop
Slide 39 - Quiz
Wat was géén reden om een kathedraal te bouwen?
A
Om God te eren
B
Om een kerk te bouwen voor de bisschop
C
Omdat de Paus de opdracht gaf
D
Om te laten zien hoe rijk een stad was
Slide 40 - Quiz
In welk gebouw werkte de priester?
A
In een kathedraal
B
In een kerk
C
In een klooster
D
In een kasteel
Slide 41 - Quiz
Welk gilde deed wat bij de bouw van een kathedraal?
Hiernaast zie je een afbeelding over de bouw van een kathedraal. Welk gilde doet wat bij deze bouw?