Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Doel
Aan het einde van deze les(sen)
- kun je persoonsvormen in de tt en vt juist spellen 
 - kun je het voltooid deelwoord juist spellen
- kun je een bijvoeglijk naamwoord maken van een      
   voltooid deelwoord
Pak het schema werkwoordspelling erbij als je het lastig vindt!

Slide 2 - Diapositive

Tegenwoordige tijd enkelvoud
Als de persoonsvorm (pv) in de tegenwoordige tijd staat, zijn er 3 mogelijkheden:

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. Hele werkwoord (bij meervoud)

Slide 3 - Diapositive





Niet zeker? Gebruik het werkwoord lopen
ik
ik-vorm

jij/je
jij 
ik-vorm+t

hij/zij/u/het
ik-vorm+t

wij/jullie/zij
hele ww

Slide 4 - Diapositive

Voorbeelden:

Slide 5 - Diapositive

Vul de goede werkwoordsvormen in:
1. (houden) ... je broer van detectives of (herkennen) ... hij zich niet in politieagenten?
2. Ik (vinden) ... het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering (versturen) ...
3. Mijn wang (bloeden) ... altijd als ik mij (snijden) ... tijdens het scheren.
4. Je (geloven) ... toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek (bestellen) ...?

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden
1. Houdt je broer van detectives of herkent hij zich niet in politieagenten?
2. Ik vind het plezierig als u de agenda een week voor de vergadering verstuurt. 
3. Mijn wang bloedt altijd als ik mij snijd tijdens het scheren.
4. Je gelooft toch niet dat iedereen zo'n spellingsboek bestelt?

Slide 7 - Diapositive

Werkwoorden in de vt
Sterk ww: eigen vorm (lopen, liep, gelopen)
Zwak ww: ik-vorm + te(n) of + de(n). Bij twijfel: 't sexy fokschaap/xtc kofschip

Slide 8 - Diapositive

Even oefenen
1. De politie (verrichten) ... wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans (maken) ... (duimen) ... Janita voor mij.
3. We (durven) ... niet te kijken toen de geheime politie op de deur (bonken) ...
4. Terwijl ik (tobben) ... over mijn cijfers, (krassen) ... Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 9 - Diapositive

Antwoorden
1. De politie verrichtte wekenlang onderzoek naar de inbraken.
2. Toen ik mijn toets Frans maakte, duimde Janita voor mij.
3. We durfden niet te kijken toen de geheime politie op de deur bonkte.
4. Terwijl ik tobde over mijn cijfers, kraste Sandra haar naam in het tafelblad. 

Slide 10 - Diapositive

Voltooid deelwoord
Langer maken om te horen hoe je het schrijft (met een d of met een t). Klinkt het allebei goed? Gebruik dan 't sexy fokschaap/xtc kofschip:

Slide 11 - Diapositive

Even oefenen
1. De jongens zijn gisteren (verhuizen).
2. We hebben gisteren hard (juichen).
3. Heb je dat hele stuk (fietsen)?
4. Ik heb zijn verhaal nooit (geloven).
5. Heb je lekker (chillen)?  

Slide 12 - Diapositive

Antwoorden
1. verhuisd
2. gejuicht
3. gefietst
4. geloofd
5. gechild 

Slide 13 - Diapositive

Werkwoord als bijv.nw.
Sommige woorden zijn afgeleid van een werkwoord. 
Ik ben altijd de gebeten hond. (van een vdw)
De bijtende hond werd gevangen door zijn baas. (van een odw)

Schrijfwijze: altijd zo kort en eenvoudig mogelijk. 

Slide 14 - Diapositive

Werkwoord als bijv.nw.
Voltooid deelwoord op -en? --> bnw ook op -en 
               De deur is gesloten. --> De gesloten deur. 

Voltooid deelwoord op -d of -t? --> bnw maken door +e en zo kort mogelijk: 
De foto is vergroot --> De vergrote foto
(Let op het verschil met pv in vt: Hij vergrootte de foto)

Slide 15 - Diapositive

Het ... (verbreden) fietspad is mooi aangelegd.

Slide 16 - Question ouverte

De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.

Slide 17 - Question ouverte

En nu alles door elkaar...

Slide 18 - Diapositive

Ik (waxen) mijn benen gisteravond.

Slide 19 - Question ouverte

De buren hebben hun eigen truien (breien)

Slide 20 - Question ouverte

Hoe oud (worden) je tante morgen?

Slide 21 - Question ouverte

De (vergroten) foto hangt aan de muur.

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive