herhaling werkwoorden op -er

werkwoorden op -er
herhaling en oefening met werkwoorden op -er
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

werkwoorden op -er
herhaling en oefening met werkwoorden op -er

Slide 1 - Diapositive

Ken je de persoonlijke voornaamwoorden nog?
Sleep Nederlands naar Frans
IK
JIJ
HIJ
ZIJ (1 persoon)
WIJ / MEN
WIJ
U / JULLIE
ZIJ (ml + mv)
ZIJ (vl + mv)
JE
TU
IL
ELLE
ON
NOUS
VOUS
ILS
ELLES

Slide 2 - Question de remorquage

Sleep de uitgangen naar de juiste persoon
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
-ons
-ent
-e
-ez
-es
-e

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep de werkwoorden naar de juiste persoon
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
parle
parlez
parlons
parlent
parle
parles

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de Nederlandse vertaling naar het juiste Franse werkwoord
regarder
écouter
détester
aimer
een hekel hebben aan
houden van / leuk vinden
kijken
luisteren

Slide 5 - Question de remorquage

Je (regarder)
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 6 - Quiz

vous (donner)
A
donnons
B
donnez
C
donnent
D
donnes

Slide 7 - Quiz

Fabien et Amélie (chercher)
A
cherchons
B
cherchez
C
cherchent
D
cherches

Slide 8 - Quiz

Paul (parler)
A
parles
B
parlons
C
parle
D
parlent

Slide 9 - Quiz

Nous (aider)
A
aide
B
aidons
C
aides
D
aidez

Slide 10 - Quiz

il (trouver)
A
trouve
B
trouves
C
trouvez
D
trouvent

Slide 11 - Quiz

Uitgangen werkwoorden - er
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
+ent
+ons
+es
+ez
+e
+e

Slide 12 - Question de remorquage

Nous (écouter)

Slide 13 - Question ouverte

je .... (marcher)

Slide 14 - Question ouverte

vous ... (passer)

Slide 15 - Question ouverte

tu ... (tourner)

Slide 16 - Question ouverte

ils ... (penser)

Slide 17 - Question ouverte

Ik kan een werkwoord op -er vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Sondage