Start V4: Tijdvakken-quiz

Geschiedenis, jaar 4, 5 & 6
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Geschiedenis, jaar 4, 5 & 6

Slide 1 - Diapositive

Welkom!
Zorg dat je spullen op orde zijn:
  • Boek
  • Schrift
  • Opgeladen chromebook (laat deze dicht)
  • Oortjes

Slide 2 - Diapositive

Jaar 4, 5 & 6
  • Eindexamen gaat 10 tijdvakken
  • Prehistorie tot nu
  • 4 historische contexten

Vanaf nu gaan we je klaarstomen voor de examens.

Wat weet je nog van de onderbouw?

Al deze onderwerpen gaan aan bod komen.

Slide 3 - Diapositive

Tijdvakken-quiz

Slide 4 - Diapositive

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
De Nederlandse oorlog.
B
De 80-jarige oorlog.
C
De grote oorlog.
D
De Spaans-Nederlandse oorlog.

Slide 5 - Quiz


In Griekenland ...

A
... bestonden veel zelfstandige stadstaten, die door zee en bergen van elkaar gescheiden waren.
B
... ontstond een Grieks rijk met aan het hoofd een koning.
C
... verenigden zelfstandige steden zich na verloop van tijd in de Griekse republiek.
D
... wisten twee stadstaten na verloop van tijd alle andere stadstaten met geweld te veroveren, maar één Grieks rijk ontstond er niet.

Slide 6 - Quiz

Reformatie is ...
A
Het oprichten van een nieuw geloof
B
De scheiding binnen de protestantse kerk
C
De scheiding binnen de katholieke kerk
D
De scheiding binnen de christelijke kerk

Slide 7 - Quiz

De Sovjet-Unie was
A
democratisch
B
communistisch
C
kapitalistisch
D
calvinistisch

Slide 8 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Er is honger in de Nederlanden.
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.

Slide 9 - Quiz

Wat is absolutisme?
A
Waarbij de macht van de vorst door niets wordt beperkt
B
Waarbij de vorst moet luisteren naar de adel
C
Waarbij de macht van de adel groter is dan die van de vorst
D
Waarbij de vorst in oorlog is met heel Europa.

Slide 10 - Quiz

De Industriële Revolutie is .....
A
een gebeurtenis
B
een persoon
C
een verschijnsel
D
een ontwikkeling

Slide 11 - Quiz

Gouden Eeuw
Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
14e eeuw
B
15e eeuw
C
16e eeuw
D
17e eeuw

Slide 12 - Quiz

De prehistorie is
A
Geschiedenis van Egypte
B
Het bestuderen van grottekeningen
C
De tijd voor geschreven bronnen
D
Geschiedenis van dinosaurussen

Slide 13 - Quiz

Wat was hoofdoorzaak van de
Franse Revolutie?
A
Ongelijkheid tussen de standen
B
De Fransen waren jaloers op de welvaart van de Republiek
C
De adel wilde Lodewijk XVI weg hebben
D
De geestelijkheid wilde dat de koning belasting ging betalen

Slide 14 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog:
A
Was Nederland neutraal
B
Hoorde Nederland bij de geallieerden
C
Hoorde Nederland bij de centralen

Slide 15 - Quiz

Hoe kon het Romeinse Rijk zo groot worden?
A
Ze kochten land van buren op
B
Ze veroverden landen met hun leger
C
De leiders trouwden met leiders van andere landen.

Slide 16 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog was een...
A
Loopgravenoorlog
B
Atoomoorlog
C
Blitzkrieg
D
Holocaust

Slide 17 - Quiz

Wat is de Renaissance?
A
Italiaans voor "middeleeuwen", dat woord ontstond in de 16e eeuw
B
Bloeiperiode van de kunst en wetenschap, waarbij ze terugkeken naar de Klassieke Oudheid.
C
Strijd tussen paus en keizer over wie de meeste macht in de wereld had.
D
De "nieuwe" tijd na de middeleeuwen, waarin men totaal nieuwe ontdekkingen deed.

Slide 18 - Quiz

Wat is abolitionisme?
                       Wat is abolitionisme?
A
Mensen hebben recht om zichzelf te besturen
B
Het streven naar afschaffing van slavenhandel en slavernij
C
mannen en vrouwen hebben gelijke rechten
D
de koning moet afgezet worden

Slide 19 - Quiz

Tussen welke ideologieën ging de
Koude Oorlog?
A
Nationalisme
B
Communisme
C
Kapitalisme
D
Liberalisme

Slide 20 - Quiz