Quiz Verpleegtechnische Handelingen

             Quiz 






Verpleegtechnische Handelingen
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

             Quiz 






Verpleegtechnische Handelingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Katheteriseren is een.....
A
Risicovolle handeling
B
Verpleegtechnische handeling
C
Voorbehouden handeling
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De huidplak verwijder je op van onder het stoma naar boven het stoma.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je bij het katheteriseren een weerstand voelt, dan kan dat komen doordat de zorgvrager te gespannen is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoma met prolaps
Necrose stoma
Verzonken stoma
Mooi stoma
Stoma in huidplooi

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de huid rondom een stoma geïrriteerd is dan kan je beter een eendelig stomasysteem gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kies uit verschillende methodes om te katheteriseren
A
eenmalig
B
tweemalig
C
driemalig
D
intimiderend katheteriseren

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om te mogen katheteriseren
A
Moet je jezelf bekwaam voelen.
B
Moet je bevoegd zijn.
C
Moet je bevoegd en bekwaam zijn.
D
Moet je bekwaam zijn

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1.
2.
3.
Neus-maag sonde
PEG sonde
PEG-J sonde

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen indicatie om te katheteriseren?
A
Neurologische oorzaak
B
Bekkentrauma
C
Incontinentie (bij huidschade)
D
Medicatie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een complicatie van katheteriseren kan zijn:
A
pijn
B
urineweginfectie
C
er komt geen urine in de katheterzak
D
urine ziet er donkergeel uit

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer trek je de steriele handschoenen aan bij het katheteriseren?
A
Na het wassen van de geslachtsorganen
B
Net voor het inbrengen van de katheter
C
Voor het wassen van de geslachtsorganen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat betekent aspiratie?
A
Sondevoeding komt in de maag terecht
B
Sonde voeding komt in de luchtwegen terecht
C
Sondevoeding heeft als gevolg prikkelhoest
D
Bij de sondevoeding kan benauwdheid optreden

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met hoeveel water spoel je de sonde door na toediening van voeding?
A
10-20 ml
B
20-30 ml
C
30-40 ml
D
40-50 ml

Slide 14 - Quiz

de hoeveelheid wordt afgesproken met de arts/ diëtiste 
Wat is de weg van de urine, van boven naar uiteindelijk uitplassen?
Nierbekken
Urinebuis
Nierschors
Blaas
Niermerg
Urineleider

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

15. Vijf dagen na de plaatsing van de PEG sonde geeft aan dat ze zo graag in bad wil. Mag dit? Leg uit.
A
Ja, dit mag WEL.
B
Nee, dit mag NIET.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel stoma's worden tijdelijk aangelegd.

Vraag:
Wanneer wordt een stoma definitief aangelegd?
A
Als de darmen moeten herstellen na een operatie
B
Na het verwijderen van een stuk dunne darm
C
Als de hele dikke darm verwijderd is
D
Na chirurgische vernauwing van de sluitspier

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een PEG sonde is een :
A
Percutane Echografische Gastronoma
B
Percutane Endoscopische Gastronomie

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is necrose van een stoma?
A
versterf van weefsel
B
Terugtrekken van het stoma onder huidniveau
C
loslating darmslijmvlies
D
uitstulping stoma

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat kan een reden zijn voor stoma?
A
Darmpoliepen, Darmontsteking
B
Alvleesklierontsteking
C
Maagaandoening
D
Blaas/ darmkanker

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welke stoma gebruik je dit stomazakje? Zie afbeelding.
A
Colostoma
B
Urostoma
C
Ileostoma
D
Tracheastoma

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PRG-sonde
PEG-j-sonde
PEG-sonde
Button

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit voor een stoma?
A
enkelloops ileostoma
B
enkelloops urostoma
C
dubbelloops ileostoma
D
dubbelloops urostoma

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

sonde voeding
A
bestaat alleen uit vitaminen
B
wordt toegediend bij een lichamelijke slechte conditie
C
komt direct in de mond
D
Is voor iedere bewoner hetzelfde qua samenstelling

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw Peters lijdt aan ondervoeding. In het ziekenhuis krijgt ze een sonde met vloeibaar voedsel toegediend. Een sonde is een slangetje dat via de neus tot in de maag wordt gebracht.
 Als voeding met een sonde niet mogelijk is, wordt het voedsel rechtstreeks in het bloed gebracht.

Welk plaatje is goed? sleep dat naar het vinkje.

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voordelen van een PEG-sonde?
A
Geeft geen irritatie aan neus/keel/slokdarm
B
Minder besef van aanwezigheid van de sonde
C
Kan door een verzorgende worden ingebracht
D
Alle gegeven antwoorden zijn juist

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer wordt er voor een PEG sonde gekozen?
A
Bij langer dan 2 à 4 weken gebruik van sv
B
Bij langer dan 4 à 6 weken gebruik van sv
C
Bij langer dan 6 à 8 weken gebruik van sv
D
Bij langer dan 8 à 10 weken gebruik van sv

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions