Unité 3 - oefenen vocabulaire
1 / 14
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat zijn de 7 dagen van de week (in de juiste volgorde)?
Zet een komma achter elke dag
Zet een komma achter elke dag
Slide 2 - Question ouverte
Dans ton sac à dos, il n'y a pas :
A
un cahier
B
une note
C
une tablette
D
un livre
Slide 3 - Quiz
je (expliquer)
Slide 4 - Question ouverte
tu (donner)
Slide 5 - Question ouverte
Aya (chercher)
Slide 6 - Question ouverte
Aya et Adam (fermer)
Slide 7 - Question ouverte
Marie (travailler)
Slide 8 - Question ouverte
Vous (oublier)
Slide 9 - Question ouverte
Lina et Amin (dessiner)
Slide 10 - Question ouverte
Vertaal "il joue":
Slide 11 - Question ouverte
Vertaal "wij luisteren naar":
Slide 12 - Question ouverte
Vertaal "hij is dol op tekenen":
Slide 13 - Question ouverte
Vertaal "wij hebben een hekel aan de voorstelling"
