Les 5 Frans

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

• Lesdoelen vorige en deze les (10 min.)
  
• Herhaling vorige les: répéter, regarder, écouter, écrire
  
• Opdracht 1: getallen afmaken (H) (10 min.)
  
• Opdracht 2: sleepopdracht instructies (H) (5 min.)
  
• Opdracht 3: code kraken: dagen van de week (5 min.)
• Opdracht 4: persoonlijke voornaamwoorden (5 min.)
• Opdracht 5: avoir = hebben (10 min.)
  
• Check van de lesdoelen (1 min.)
  

De lesdoelen van de vorige keer waren:

• Ik ken de Franse getallen van 0 t/m 20.
• Ik begrijp Franse opdrachtinstructies.

De lesdoelen van vandaag zijn:

• Ik herken de dagen van de week in het Frans.
• Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.
  
• Ik herken het werkwoord avoir (hebben).
  

Regarde et écoute le film:

Répétez-moi:

Ik begrijp Franse opdrachtinstructies.

Qu'est-ce que c'est?

Répéter

Regarder

Écouter

Calculer

Écrire

Oefenen met een sleepopdracht.

Geef bij ieder plaatje de Franse en Nederlandse tekst.

fais l'exercice 3

lis le texte

traivaille avec ton voisin

apprends le vocabulaire

leer de woordjes

lees de tekst

maak opdracht 3

werk samen met je buur

Ik herken de dagen van de week in het Frans.

• faire l'exercice.
  

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.

Wat is een persoonlijk voornaamwoord?

Geef antwoord op de volgende vragen.

Choisis:
... maak een foto.

1. ik
2. jij
3. wij
4. u

Choisis:
... staat achteraan.

1. ik
2. jullie
3. hij
4. wij

Choisis:
Waarom lacht ... nooit op een foto?

1. ik
2. wij
3. jullie
4. hij

1. Choisis:
... habitez à Bordeaux.

1. Nous
2. Vous
3. Ils

2. Choisis:
... a un frère, André.

1. Je
2. Tu
3. Il

3. Choisis:
.... aimons le camping.

1. Tu
2. Nous
3. Ils

4. Choisis:
... jouez au pingpong ?

1. Je
2. Nous
3. Vous

5. Choisis:
... a un chat.

1. Elle
2. Il
3. On

6. Choisis:
... ont aussi un chat ?

1. Elle
2. Vous
3. Elles

1. Vous habitez à Bordeaux.

2. Il a un frère, André.

3. Nous aimons le camping.

4. Vous jouez au pingpong ?

5. Elle a un chat.

6. Elles ont aussi un chat ?

Traduire:

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

Welke 4 vormen van avoir + een persoonlijk voornaamwoord herken je?

1. Choisis:
Tu ... une tente ?

1. ai
2. as
3. a

2. Choisis:
Oui, j' ...

1. ai
2. as
3. a

3. Choisis:
Et mon père et ma mère, ils ... une caravane.

1. avons
2. avez
3. ont

4. Choisis:
Et vous ? Vous ... une tente?

1. avons
2. avez
3. ont

5. Choisis:
Non, nous ... une caravane.

1. avons
2. avez
3. ont

6. Choisis:
Et Paul, il ... une tente?

1. ai
2. as
3. a

Ik herken de dagen van de week in het Frans.

oui

non

je ne sais pas

Ik herken de Franse persoonlijke voornaamwoorden.

oui

non

je ne sais pas

Ik herken het werkwoord avoir (hebben).

oui

non

je ne sais pas

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃