3.3.3 Christendom

3.3.3 Christendom
1KGT1
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

3.3.3 Christendom
1KGT1

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
1. Welkom
2. Herhalen begrippen hoofdstuk 3
3. Christendom
4. Lezen + opdracht
5. Nabespreken via Lesson Up
6. Afronden

* Je kan uitleggen hoe een monotheïstische godsdienst als het christendom de dominante godsdienst van Europa kon worden.

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent het begrip cultuur?

Slide 3 - Carte mentale

hoort bij:
eerlijkheid
gelijkheid
iemand doden mag niet
liegen mag niet
rechtvaardigheid
stelen mag niet
Normen of waarden?
waarden
waarden
waarden
normen
normen
normen

Slide 4 - Question de remorquage

Normen
Waarden
Normen of waarden?
Sleep naar normen of waarden.
Geduld
Iemand uitlachen is niet leuk.
Als je iets ergens van vindt, mag je dit zeggen
In de rij netjes wachten totdat je aan de beurt bent.
Vriendelijkheid
Vrijheid
Gelijkheid

Slide 5 - Question de remorquage

Wat is een gewoonte?
A
Iets wat veel mensen in een land doen.
B
Iets wat weinig mensen doen.
C
Iets wat niet normaal is.
D
Een mening.

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat een stadstaat is:
gebruik in je antwoord het begrip bestuurd

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent het begrip polytheïsme?

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Wat betekent:
de mythologie
A
verzameling van verhalen over goden
B
de wetenschap van de Griekse geschiedenis
C
verzameling van sprookjes
D
geheimzinnige geruchten

Slide 10 - Quiz

Waarom werden vroeger de olympische spelen gehouden?
A
Omdat ze het leuk vonden
B
Ter ere van van Zeus
C
Om Griekse steden te laten ophouden met oorlog voeren
D
Omdat ze niks anders te doen hadden

Slide 11 - Quiz

Amfitheater
Tempel
Aquaduct

Slide 12 - Question de remorquage

Wat betekent romanisering?
A
Het overnemen van de Romeinse cultuur door overwonnen volken.
B
Een tijd van rust en vrede voor het Romeinse rijk
C
Het vereren van de Romeinse keizer
D
Het veroveren van Romeins gebied

Slide 13 - Quiz

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

3.3.4 Christendom
Behalve Romeinse goden, waren ook andere religies in het Romeinse Rijk toegestaan. In de provincie Judea bijvoorbeeld had de bevolking het jodendom als geloof. Joden geloven maar in één god. Het jodendom is dus een voorbeeld van monotheïsme. De joodse bevolking geloofde dat een verlosser hen zou bevrijden van de Romeinse bezetting.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Monotheïsme is?
A
Geloof in de natuur
B
Geloof in meerdere goden
C
Geloof in 1 god
D
Geloof in de wetenschap

Slide 18 - Quiz

Jodendom is een.....
A
polytheïstische godsdienst
B
monotheïstische godsdienst

Slide 19 - Quiz

Met wie begon het Jodendom?
A
Abraham
B
Izak
C
Jakob
D
Jezus

Slide 20 - Quiz

Wat zou er zonder het Jodendom niet zijn?
A
Christendom
B
Islam
C
Hindoeïsme
D
Boedhisme

Slide 21 - Quiz

Jezus van Nazareth
Met de geboorte van Jezus van Nazareth begint de christelijke jaartelling. Jezus zei tegen de joodse bevolking dat hij Gods zoon was. Sommige mensen geloofden dat en volgden hem. Zij noemden zichzelf christenen. Maar de Romeinen waren niet blij met Jezus, omdat hij in Judea onrust bracht. Sommige joden zagen in hem hun verlosser. Toch veroordeelde de Romeinse gouverneur Jezus in het jaar 33 tot de dood door kruisiging (een slavenstraf). Jezus' volgelingen schreven over zijn leven en dood. Dit materiaal maakt deel uit van het Nieuwe Testament.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Jezus werd ook wel Jezus van....... genoemd
A
Jezus van Bethlehem
B
Jezus van Israel
C
Jezus van Nazareth
D
Jezus van Jeruzalem

Slide 24 - Quiz

Wat is het Christendom?
A
Geloof in meerdere goden
B
Geloof in Griekse goden
C
Geloof in de goddelijkheid van de keizer
D
Geloof in 1 God volgens de leer van Jezus Christus

Slide 25 - Quiz

Kerst
Goede vrijdag
Pink-
steren
Hemel-
vaart
Pasen
Uitstorting van de heilige Geest
Jezus' geboorte
Jezus' terugkeer naar de hemel
Jezus' kruisdood
Jezus' opstanding

Slide 26 - Question de remorquage

Christendom
Na Jezus' dood voelden meer mensen zich aangetrokken tot het christendom, vooral vrouwen, slaven en arme Romeinen. Binnen het christendom zijn alle mensen namelijk gelijk. Over de goede Romeinse wegen verbreidde het christendom zich steeds verder door het Romeinse Rijk. Uiteindelijk stond keizer Constantijn in het jaar 313 het christelijk geloof overal in het rijk toe. Ook werden de christenen toen niet meer vervolgd. Keizer Theodosius ging nog verder en maakte in het jaar 380 het christendom tot staatsgodsdienst van het Romeinse Rijk.

Slide 27 - Diapositive

Opdracht
Maak op paspoort 21 de vragen van 3.3.3 Het christendom 
Opdracht 14 t/m 17 

Blijf ook aanwezig in Lesson Up
timer
1:00

Slide 28 - Diapositive

Nabespreken

Slide 29 - Diapositive