Keuzes

• Mentorles
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

Keuzes maken

Wat kies jij?

Enig kind zijn

Broers(s) en of zus(sen) hebben

Wat kies jij?

Naar school

Thuis blijven

Wat kies jij?

De speler zijn

De coach zijn

Wat kies jij?

Ruzie vermijden

Ruzie maken

Wat kies jij?

De slimste zijn op school

De beste zijn met gym

Wat kies jij?

Luisteren

Praten

Wat kies jij?

Als eerste aan de beurt zijn

Als laatste aan de beurt zijn

Wat kies jij?

Een ruzie uitpraten

Een ruzie niet uitpraten

Maak zo snel mogelijk een keuze:

1. Sushi
2. Pizza
3. Friet
4. Spaghetti

Maak zo snel mogelijk een keuze:

1. Hond
2. Kat
3. Paard
4. Goudvis

Maak zo snel mogelijk een keuze:

1. Muziek
2. Sporten
3. Netflix
4. Gamen

Waar waren je keuzes op gebaseerd?

1. Gevoel: hart
2. Verstand: hoofd

Maak zo snel mogelijk een keuze

1. Slechte wifi
2. Vogelpoep

Maak zo snel mogelijk een keuze

1. Mayonaise
2. Megafoon

Maak zo snel mogelijk een keuze

1. Duif vangen
2. Producten noemen

Belangrijke keuzes 

Andere mensen, zoals je ouders, maken soms ook belangrijke keuzes voor jou. 

Noteer 1 belangrijke keuze die anderen voor jou hebben gemaakt.

Gevolgen

Wat had deze keuze voor gevolgen? 

Noteer 1 belangrijke keuze die
je zelf hebt gemaakt.

Gevolgen

Wat had deze keuze voor gevolgen? 

Gevolgen

Je maakt de hele dag door keuzes. Sommige keuzes zijn heel groot, anderen heel klein. Er zitten gevolgen aan jouw keuzes. Voor jou, maar ook voor anderen. 

Over welke keuze ben je tevreden?

Over welke keuze ben je minder tevreden?

Wat was een lastige keuze om te maken?

Welke keuze had je achteraf gezien graag anders had gemaakt?

Gedrag

Je kiest zelf of en hoe je reageert op situaties en gedrag van anderen. 

Je hebt altijd een keuze!

Reactiesnelheid

Gun jezelf de tijd!!

Vaak reageer je (te) snel (impulsief) en is het beter om jezelf even tijd te gunnen, zodat je kunt kiezen of en hoe je reageert.

Reageren

Of en hoe je reageert heeft vaak te maken met hoe je je voelt.

Als je niet in het "groen" zit, is het vaak moeilijker om rustig te reageren.

In welke fase zit jij vaak?

1. Rood
2. Oranje
3. Geel
4. Groen

Wie of wat zorgt ervoor dat je in groen zit?

Wie of wat zorgt ervoor dat je in geel zit?

Wie of wat zorgt ervoor dat je in oranje zit?

Wie of wat zorgt ervoor dat je in rood zit?

Wie of wat kan je helpen om terug naar groen te gaan?