1.1 WERKWOORDEN

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1   LUISTEREN & KIJKEN
SPELLING
- 1.1  werkwoorden
- 1.2 onderwerp
- 1.3 persoonsvorm t.t.
- 1.4 persoonsvorm v.t.
- 1.5 voltooid deelwoord
- 1.6 Engelse werkwoorden
                                                                             

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PAK BOEK B ERBIJ
TERUGBLIK 
WAT GAAN WE DOEN 
  • spelling H1 1.1 en 1.2
  • nieuwsbegrip bespreken

DOEL VAN DE LES: 
vergroten woordenschat//Je herkent werkwoorden, verschillende vormen van het werkwoord, het onderwerp in de zin, je weet of je de enkelvoudsvorm of de meervoudsvorm van de persoonsvorm moet gebruiken/oefenen met luisteren/samenwerken + elkaar uitleggen/beurtverdeling/feedback geven/beurtverdeling, samenwerken/reflecteren 

KLAAR?  
Overleg met de docent
EVALUATIE
Wat ging goed, wat kan beter, tip voor klasgenoot/docent



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spellen

Slide 3 - Carte mentale

Waaraan denk je bij spellen? 
waarom is goed spellen belangrijk? 

Waarom is goede spelling belangrijk?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

p. 133 ELO en boek

Slide 6 - Diapositive

welke twee woordsoorten en hun spelling komen voor in het filmpje? 
2 woordsoorten & spelling

Slide 7 - Carte mentale

enkel- en meervoud van znw
tegenwoordige en verleden tijd ww
zwakke en sterke ww

Welke woordsoorten ken je nog meer
?

Slide 8 - Question ouverte

bijvoegelijk nw
voorzetsel
voegwoord / signaalwoord

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

p. 133 ELO en boek

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vat het filmpje samen in 3 zinnen

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke werkwoordsvormen ken je?
B

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Lesmateriaal > ww spelling > screencasts > ww

Slide 17 - Diapositive

p. 134 ELO en boek

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

de test van 14 april individueel. 
Zet een foto met je score in de chat

Het ontbreekt jou aan ........ .
A
interrese
B
interesse
C
interresse

Slide 20 - Quiz

interesse = belangstelling

Het woord 'interesse' is via een omweg afkomstig uit het Latijn:
inter (tussen) + esse (zijn) = interesse (zijn tussen, deelnemen aan)
Zie ook de pagina onmiddellijk.
De deskundige heeft al in diverse ........ gezeten.
A
jurys
B
juries
C
jury's

Slide 21 - Quiz

Het woord 'jury's' heeft tussen de y en de s een apostrof. De Engelse schrijfwijze 'juries' is in het Nederlands onjuist.
Deze regel geldt voor woorden die eindigen op een y als daar geen andere klinker voor staat.
Bij woorden op -ay, -ey en -oy komt de s aan het woord vast (sprays, jockeys, cowboys).
Zie ook de pagina opa's, acties, cafés.
In het middeleeuwse stadje klinkt muziek van een ........ .
A
troebadoer
B
troebedoer
C
troubadour
D
troubedour

Slide 22 - Quiz

Het woord 'troubadour' (rondtrekkende liedjeszanger) is afkomstig uit het Frans.
Zie ook de pagina onmiddellijk.
Het pakketje is op tijd ........ bij het postkantoor.
A
gedroped
B
gedropd
C
gedropt
D
gedropped

Slide 23 - Quiz

Het woord 'gedropt' is voltooid deelwoord van 'droppen'. Omdat de p een medeklinker in 't kofschip is, eindigt het voltooid deelwoord op een t, ook al is het woord afkomstig uit het Engels.
Zie ook de pagina gefaxt, gepland.

Wat zie je?

Slide 24 - Question ouverte

Als we het over een echt kofschip hebben, bedoelen we eigenlijk een kof. Een kofschip is een zeeschip met een brede achtersteven. Een kofschip gaat niet snel en is geschikt voor de oceaan.

https://taalhelden.org/bericht/wat-een-kofschip
Wat vond je van de les?/dit deel van de les?
Maken: spelling H1 1.2 > 09:15 uitleg 1.2
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions