4.4 Populatiegenetica

Populatiegenetica
Waar wiskunde en biologie elkaar ontmoeten
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Populatiegenetica
Waar wiskunde en biologie elkaar ontmoeten

Slide 1 - Diapositive

Populatiegenetica
= Berekenen welk deel van de populatie homozygoot dominant, heterozygoot recessief en homozygoot recessief is voor 1 specifieke eigenschap

Slide 2 - Diapositive

Berekenen genotype- en allelfrequenties in een populatie
- In het algemeen geldt dat iemand voor 1 gen met 2 verschillende allelen homozygoot dominant (AA), heterozygoot (Aa) of homozygoot recessief (aa) kan zijn. 
- Deze genotypes zijn voor individuen te beredeneren door te kijken naar de verschillende fenotypes.
- Frequenties zijn ook te berekenen voor een hele populatie, maar:

Slide 3 - Diapositive

Allel- en genotypefrequenties
Deze frequenties zijn niet op elk moment gelijk in een populatie, door:
- natuurlijke selectie (bepaalde eigenschappen zorgen voor een grotere overlevingskans)
- seksuele selectie (voorkeur voor bepaalde eigenschappen) 
- genetic flow (allelen komen van buitenaf de populatie in, of gaan er juist uit) 
- genetic drift (door toevallige keuzes in een kleine populatie wordt een van de allelen zeldzaam (founder effect & flessenhalseffect)).

Slide 4 - Diapositive

Hardy-Weinberg evenwicht

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hardy-Weinberg evenwicht
Genotypefrequentie en allelfrequentie kunnen uitgerekend worden voor een populatie die voldoet aan de volgende 5 regels:
  1. geen mutaties in genen
  2. individuen paren random (geen seksuele selectie)
  3. grote populaties
  4. geen migratie
  5. geen natuurlijke selectie op bepaalde eigenschappen

Slide 7 - Diapositive

Hardy-weinberg evenwicht
In de natuur voldoet eigenlijk geen enkele populatie aan (alle vijf) de voorwaarden. Toch is deze theoretische berekening interessant 
--> elke afwijking van de normale verdeling die je verwacht heeft een bepaalde oorzaak. Als geen enkel allel een voordeel zou hebben, zouden er evenveel allelen a als allelen A aanwezig zijn in de populatie.

Normaal verwacht je dus een verdeling van AA + 2Aa + aa in een populatie die voldoet aan de 5 genoemde voorwaarden.

Slide 8 - Diapositive

Vragen?
Zo niet, begin aan de opdrachten 44 t/m 47

Slide 9 - Diapositive

Berekenen allel- en genotype frequentie


p= dominante allel, q= recessieve allel
Allelfrequentie: p + q = 1
genotypefrequentie: p2+ 2pq + q=1              (AA + 2Aa + aa = 1)

Slide 10 - Diapositive

0

Slide 11 - Vidéo

Huiswerk
Lees 7.5 goed door
Maak de opdrachten bij 7.5 in de online methode (nectar)

Slide 12 - Diapositive