Period 6 lesson 7: sum up + practice exam

• Engels
• MBO
• Studiejaar 4

A lesson about reading and listening strategies

Skimmen / scannen

Skimmen : ELZA-method

First and last sentence. 

You also 'skim' through your Instagram.

Scannen

Search for right part in text.

Read this thoroughly. 

Times and prices.

Skimmen:

In de oefening 'How to call the police' 3 vragen beantwoord.

Scannen:

In de oefening 'How to call the police' samenvatting gemaakt.

Please pay attention to the word 'almost'. 

Een synoniem heeft 'ongeveer' dezelfde betekenis. Soms is er een duidelijk verschil 'warm-hot', vaak is het een gevoelsmatig verschil 'beautiful-gorgeous'.

Pitfalls Reading/Listening Exam

• Valkuil 1: het staat wel in de tekst maar wordt niet gevraagd.
  
• Valkuil 2: het is misschien wel zo, maar het staat er niet (eigen mening).
• Valkuil 3: woorden uit de tekst... en dus... 

• Het antwoord bevat vaak een synoniem of omschrijving van informatie in de tekst. Wees altijd achterdochtig bij antwoorden die letterlijk dezelfde woorden uit de tekst bevatten.

Pitfalls = valkuilen.

Prefix

Voorvoegsel

van een woord

dishonour

(eerverlies, schande)

Suffix

Achtervoegsel

van een woord

honourable

 (eerzaam)

Honour = eren.

Sentences without conjunctions.

It's better to save money. Don't spend it all immediately. Think about the future. You might need to save. You can buy a house. It's tempting to spend it now. Don't. Be responsible.

Ingeleide oefening:

welke voegwoorden kun je gebruiken in deze zin?

Same story with conjunctions.

It's better to save money. Don't spend it all immediately. Think about the future. You might need to save. You can buy a house. It's tempting to spend it now. Don't. Be responsible.

It's better to save money than spend it all immediately. Think about the future because you might need to save so that you can buy a house. Even though it's tempting to spend it now, you shouldn't; instead, you should be responsible.

abbreviations = afkortingen

Where to find abbreviations in your dictionary?

e.g.

[in het woordenboek bij eg]

e.g. = exempli gratia =

 for example = bijvoorbeeld.

"There are many places in the world I would like to visit,

e.g. India, China and Japan."

i.e.

[in het woordenboek bij ie]

i.e. = id est = in other words 

= met andere woorden.

"All employees will receive the standard discount;

 i.e., 20 percent."

n/a

[in het woordenboek bij N]

n/a = not applicable 

= niet van toepassing.

Often used in forms.

Ready for the exam?	yes
Bring your own dictionary.	n/a

Werkwoorden: 

- zoek op het 'hele werkwoord'

- let op onregelmatige werkwoorden

- achterin vind je lijst met onregelmatige werkwoorden

Zelfstandige naamwoorden:

- zoek op het 'enkelvoud' (men > man / teeth > tooth)

Spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen

- zoek op het belangrijkste woord (zelfst. nw. of ww.)

Kijk goed of er meerdere betekenissen staan!

"Het woord staat niet in het woordenboek"

NED > ENG

• FACET B1 2022-2023

• in 90 minutes

Hand in and take your score to me!

Check grade!

LINK

https://www.facet.onl/facet-player-oefenen/player/start