Thema 5: De stad

Thema 5: De stad
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Thema 5: De stad

Slide 1 - Diapositive

Wonderen in Amersfoort
'Amersfoort: stad met een hart!' Met deze reclame probeerde Amersfoort in 2010 bezoekers te lokken naar de stad. In de vijftiende eeuw kwamen mensen van heinde en verre naar Amersfoort. Grote trekker was een Mariabeeldje dat wonderen verrichtte.  Het beeldje was in 1444 gevonden door Griet. Drie keer verscheen Maria aan haar in een droom. 'Griet', zei Maria, 'je moet naar de stadsgracht gaan buiten de Kamperspoort.' 
Schilderij waarop Griet staat afgebeeld die het heilige Mariabeeldje uit de gracht haalt.

Slide 2 - Diapositive

Wonderen in Amersfoort
Toen Griet erheen ging, zag ze onder het ijs van de bevroren gracht het beeldje staan. Het beeldje dreef niet, maar bleef rechtop staan. Het was een wonder! Griet maakte een gat in het ijs en bracht het beeldje naar de pastoor, die het in de kerk een mooie plaats gaf. Vanaf dat moment gebeurde er wonderen bij de mensen die bij Maria langsgingen. Een priester schreef het allemaal op in een Mirakelboek. Blinden konden weer zien, doven konden weer horen en zieken werden beter.  
Het Mariabeeldje met de baby Jezus op haar arm.

Slide 3 - Diapositive

Wonderen in Amersfoort
De mensen waren dankbaar en lieten gul geld achter in de kerk. Met dat geld werd de kerk opgeknapt en Maria kreeg een eigen kapel: de Onze Lieve-Vrouwenkapel. Om Maria te eren en nog meer bezoekers te trekken, organiseerde het stadsbestuur een jaarlijkse processie (optocht) door de stad. Tegelijkertijd werden dan de jaarmarkt en de kermis gehouden. Met zoveel activiteiten was de stad natuurlijk vol met mensen. De herbergiers en winkeliers deden goede zaken.  
De Onze Lieve-Vrouwetoren. Deze kerk is verloren gegaan en alleen deze toren staat er nog. Dit was een onderdeel van de kerk waar het beeldje heeft gestaan, deze kerk was gebouwd met het geld dat bezoekers van het beeldje achterlieten.

Slide 4 - Diapositive

Waarom is het voor een stad belangrijk om veel bezoekers te krijgen?

Slide 5 - Question ouverte

Wat deed het stadsbestuur om zoveel mogelijk te halen uit het feit dat het Mariabeeldje mensen trok?
A
Ze lieten een groot Mariastandbeeld plaatsen.
B
Ze organiseerde een maandelijkse feestdag, de Maria-dag.
C
Ze organiseerde processies en deden op die dagen een jaarmarkt en kermis.
D
Ze gingen op sociale media reclame maken.

Slide 6 - Quiz

Blok 2: Een stad in de middeleeuwen
De middeleeuwen lopen van 500 n. Chr. tot 1500 n. Chr. en zijn verdeeld in twee tijdvakken.

  • Het tijdvak van de monniken en ridders (500 - 1000)

  • Het tijdvak van de steden en staten (1000 - 1500)

Slide 7 - Diapositive

In de stad
  • Verdedigingswerken (stadsmuren, poorten met dikke deuren, uitkijktorens en grachten)

  • Drukte (veel huizen dicht op elkaar, kleine smerige straten, huizen gebruikt als woonplek, werkplaats en winkeltje)

  • Geloof (men geloofde dat het leven op aarde voorbereiding was op het leven na de dood, dus om god te eren werden veel kerken/kathedralen gebouwd)

Slide 8 - Diapositive

Wat hebben de stadsmuren en de drukte in de stad met elkaar te maken?

Slide 9 - Question ouverte

Ontstaan van steden
Met de val van het Romeinse Rijk (+/- 400 n. Chr.) verdwenen in Europa de grote steden. Duizend jaar erna kwamen ze weer terug, waarom/waardoor gebeurde dit?

  • Landbouw ging meer opbrengen 
  • Handelaren konden weer veiliger reizen
  • Bevolkingstoename, mensen worden handelaar of ambachtsman (specialisatie)
Landbouw innovaties
Er werden nieuwe gereedschappen gebruikt, zoals een betere ploeg. Maar ook het drieslagstelsel werd ingevoerd. Hierin werd de akker verdeeld in drie stukken, één stuk werd beplant met zomergraan, één stuk met wintergraan en één deel lieten ze braak (niets op groeien) liggen. Ieder jaar verwisselde ze deze stukken van de akkers, dan kon het braak liggende stuk grond weer voedingsstoffen 'opladen' en de andere twee delen produceren voedsel. Hiervoor werd het tweeslagstelsel gebruikt. Wat over bleef konden de boeren verkopen op markten en hierdoor nam de handel toe.

Slide 10 - Diapositive

Wat was geen reden voor het terugkomen van de steden in de late middeleeuwen?
A
Het werd minder gevaarlijk om te reizen in Europa.
B
De landbouw bracht meer voedsel op.
C
Er kwamen meer mensen en die gingen zich specialiseren.
D
Koningen wilde graag veel steden hebben in hun land en gingen deze oprichten.

Slide 11 - Quiz

Wat is specialisatie?

Slide 12 - Question ouverte

Landbouw brengt meer op - de bevolking neemt toe - specialisatie - groei van het aantal steden.

Leg het oorzaak/gevolg (causaal) verband uit tussen deze stappen.

Slide 13 - Question ouverte

Wat waren logische plekken voor steden om te ontstaan?
A
Dichtbij een snelweg want dan konden mensen er makkelijk komen.
B
Dicht bij drukke wegen en rivieren, zodat handelaren er makkelijk kunnen komen.
C
Dicht bij een kasteel zodat het veilig was, zodra er rovers waren konden handelaren en ambachtslieden schuilen.
D
Dicht bij andere steden, dan konden ze elkaar helpen in moeilijke tijden.

Slide 14 - Quiz

Welke redenen voor de grotere landbouwopbrengst zijn te zien op deze afbeelding? Is er ook een andere reden voor de toename van de steden te zien?
(klik op afbeelding)

Slide 15 - Question ouverte

Eigen baas zijn
In de middeleeuwen was de grond door de koning uitgeleend aan leenmannen (mensen van adel die namens hem het gebied bestuurde). De mensen die in dat gebied woonde moesten die edelman gehoorzamen.

Steden wilde onafhankelijkheid                 stadsrechten kopen van de leenman 
  • eigen stadsbestuur
  • muur en verdedigingswerken
  • de stad helpt de Leenman in tijden van oorlog
  • dat de burgers van de steden vrije mensen waren

Slide 16 - Diapositive

Eigen baas zijn
De stadsbewoners betaalde één keer een groot bedrag en daarna jaarlijks belasting aan de heer.

  • eigen rechtspraak
  • eigen bestuur
  • recht om markten op te richten
  • eigen munten slaan
Stadsrechten Alkmaar
Dit zijn de stadsrechten van Alkmaar. Hierin stonden precies welke rechten de burgers van Alkmaar kregen en welke verplichtingen zij hadden ten opzichte van de heer (b.v. hoe hoog de jaarlijkse belasting was en of ze de heer moesten helpen in tijd van oorlog). Aan het document werd een zegel van was gemaakt, daarin drukte de heer zijn zegelring zodat iedereen kon controleren dat het 'echt' was.

Slide 17 - Diapositive

Waarom zouden inwoners van steden graag stadsrechten willen hebben?

Slide 18 - Question ouverte

Waarom zou een heer niet willen dat elk dorp/stad zomaar muren en verdedigingen bouwden?
A
Dan zou hij die dorpen en steden niet meer kunnen plunderen wanneer hij maar wilde.
B
Dan zouden de inwoners van die dorpen en steden kunnen kiezen om niet meer te luisteren naar de heer, want ze zijn toch verdedigd.
C
Dan zouden de prijzen van stenen omhoog gaan en dus zijn eigen kasteel duurder worden om te bouwen.
D
Dan zouden de Vikingen geen weerloze dorpen meer hebben om aan te vallen en dus het kasteel van de heer aanvallen.

Slide 19 - Quiz

Ambachten
  • Ambachtslieden zijn mensen die een ambacht uitoefenen. Dit zijn beroepen waar zij met hun handen en simpel gereedschap spullen maken.

  • Voor elk beroep was een gilde, dit was een vereniging van ambachtslieden. 

  • Na 1300 mochten alleen leden van nog dat beroep uitoefenen en hadden de gildes dus veel macht.

Slide 20 - Diapositive

Ambachten
  • controleren v/d kwaliteit 
  • prijs voor producten bepalen
  • opleiding van nieuwe ambachtslieden
  • sociale zekerheid (het gilde betaalde wanneer iemand te ziek werd om te werken of de weduwe van een overleden gilde lid) 

Slide 21 - Diapositive

Ambachten
  • hoog entreegeld betalen om lid te worden
  • jaren gratis werken en het vak leren
  • daarna werd je gezel voor je meester en kreeg je betaald
  • meesterproef uitvoeren
  • daarna was je volwaardig lid en kon je zelf een leerling nemen
Leerling of gezel
Meester

Slide 22 - Diapositive

Waarom willen gildes niet dat zomaar iedereen in de stad hun beroep mag uitoefenen?
A
Dan zou er veel concurrentie komen en dus de prijzen voor de producten dalen.
B
Als slecht opgeleide of onopgeleide mensen producten maken dan vertrouwen mensen de kwaliteit niet meer.
C
Ze wilde mensen kunnen uitsluiten, als ze een hekel hadden aan iemand dan mocht die het beroep niet uitoefenen.
D
Omdat er dan teveel nieuwe soorten producten zouden komen en hun spullen niet meer gekocht zouden worden.

Slide 23 - Quiz

Handel
Door de komst van de steden was een agrarisch-stedelijke samenleving ontstaan. (meeste mensen leven van de landbouw maar er zijn ook al grote steden met veel handel)

Jaarmarkten werden belangrijk voor de handel.
Jaarmarkten
De jaarmarkten duurden soms wel twee weken lang. Tijdens de jaarmarkt stond er een groot kruis op het marktplein, dit betekende dat er marktvrede was. Vreemdelingen mochten zomaar de stad in of uit gaan, zelfs handelaren uit gebieden waarmee de stad oorlog voerde mochten naar binnen. Ook werden misdadigers niet opgepakt en berecht.
Naast handelaren met allerlei handelswaar waren er ook muzikanten, waarzeggers, toneelspelers, kwakzalvers en exotische dieren zoals dansende beren. Het was dus echt een uitstapje voor de middeleeuwse stadsbewoners.
De wissel
Handelaren gingen eerst met veel geld opzak onderweg. Hierdoor waren ze een geliefd doelwit voor struikrovers. Om dit tegen te gaan bedachten banken een oplossing. De handelaar liet in zijn thuis stad zijn geld achter bij de bank, daar kreeg hij een brief waarop stond hoeveel geld hij bij de bank had staan. Deze brief werd de wissel genoemd, in de stad waar hij wilde inkopen liet hij aan een bank de wissel zien en kreeg dan die hoeveelheid geld ervoor terug. De banken vervoerden dan later het geld op een veilige manier (uiteraard bracht de bank wel een bedrag in rekening voor deze dienst). Ook gingen banken leningen geven aan mensen.

Slide 24 - Diapositive

Leg uit wat het doel was van de marktvrede.

Slide 25 - Question ouverte

Hanzesteden
In Noord-Duitsland gingen handelaren uit verschillende steden samenwerken (soort handelaarsgilde) dit verbond heette de Hanze.

  • veiliger reizen omdat je met grote groepen gaat
  • munten slaan (vertrouwen)
  • betere prijzen omdat producten in grote hoeveelheden worden ingekocht
  • handelsmonopolie (minder concurrentie)

Slide 26 - Diapositive

Waarom gingen de Hanze hun eigen munten slaan?
A
Mensen hoefden de Hanzemunten niet te controleren op echtheid want alleen zij mochten/konden die munten maken.
B
Dan konden ze oneindig munten maken en steeds rijker worden.
C
Zodat het edel-smits gilde minder werk had. Zij mochten namelijk geen gouden en zilveren munten meer maken voor de Hanze.
D
Als een handelaar een Hanzemunt zag dan wist hij meteen hoeveel die waard was.

Slide 27 - Quiz

Onderwijs
In de middeleeuwen was bijna iedereen analfabeet. Geestelijken leerden lezen en schrijven omdat zij de bijbel moesten kunnen lezen en overschrijven. Daarom werd voor het jaar 1000 het meeste onderwijs verzorgd in de kloosters. 

Toen de steden groter werden had het bestuur opgeleide mensen nodig (boekhouders, rechters, schrijvers). Ook in de handel was het nodig om te kunnen tellen, lezen en schrijven. Hierdoor ontstonden rond kathedralen scholen die later tot universiteiten uitgroeiden. 

Slide 28 - Diapositive

Leg uit waarom het voor handelaren belangrijk is om een opleiding te hebben.

Slide 29 - Question ouverte

Leg uit waarom steden opgeleiden ambtenaren nodig hebben.

Slide 30 - Question ouverte