Perspectief

Perspectief tekenen hoe doe je dat?
 In dit thema ga je aan de slag met perspectieftekenen. Door dingen in perspectief te tekenen, schep je de illusie van ruimte.

Wat ga je doen? Je tekent, oefent en in een eindwerkstuk laat je zien dat je eenvoudig perspectieftekenen beheerst, en je voegt een aantal elementen toe in de opdrachten

Tip:
Lees alvast globaal de opdrachten door, zodat je weet wat je aan het einde moet laten zien.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 200 min

Éléments de cette leçon

Perspectief tekenen hoe doe je dat?
 In dit thema ga je aan de slag met perspectieftekenen. Door dingen in perspectief te tekenen, schep je de illusie van ruimte.

Wat ga je doen? Je tekent, oefent en in een eindwerkstuk laat je zien dat je eenvoudig perspectieftekenen beheerst, en je voegt een aantal elementen toe in de opdrachten

Tip:
Lees alvast globaal de opdrachten door, zodat je weet wat je aan het einde moet laten zien.

Slide 1 - Diapositive

Perspectief tekenen.

Lees hieronder de theorie van het perspectieftekenen en kijk de video's onderaan de pagina.
Perspectieftekenen is een technische manier van tekenen die dingen in perspectief laat zien. Perspectief betekent dat je - afhankelijk van je standpunt - diepte creëert in je tekening. Wat dichtbij is wordt groot en wat verder weg is wordt kleiner. De techniek van perspectiefleer heeft te maken met verdwijnpunten: in je tekening zijn punten waar je de lijnen naar toe tekent, waardoor er diepte ontstaat.

Slide 2 - Diapositive

Perspetief tekenen uitleg
In onderstaande video wordt op een heldere manier uitgelegd 
*  het 1 puntsperspectief
*  het  2 puntsperspectief
*   Het 3 punstperspectief

Deze oefeningen heb je nodig om de opdrachten te maken die in de volgende sheets staan

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

0

Slide 6 - Vidéo

Opdracht 1
 Oefen met perspectieftekenen en neem het geleerde mee in de uitwerking van je opdracht. 
Teken bijvoorbeeld een luciferdoosje in verschillende standpunten.
 Doe dan twee lucifersdoosjes scheef op elkaar, die je dan ook probeert te tekenen in perspectief. gebruik hiervoor de onderstaande bronnen die je leren hoe dat moet.
Maak hiervoor kleine, onderzoekende tekeningen.
Maak foto's van je tekeningen 

LAAT ZIEN DAT JE GEOEFEND HEBT!

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2
Maak vervolgens zelf een goede tekening op ongeveer A4 formaat (met kantlijn 2 cm) van een huis van de buitenkant in perspectief. Misschien je eigen woonhuis? Er bestaan natuurlijk veel meer video's met voorbeelden van perspectieftekenen. Teken ook schaduwen in je tekening.
TIP: bekijk perspectieftekeningen (zoek op internet) en kijk waar de verdwijnpunten zitten!
Als je verdwijnpunten buiten je vel papier liggen, kun je een blaadje onder je tekening plakken.
 

Slide 8 - Diapositive

Criteria:
- De tekening van opdracht B is op formaat  42 x 29,7 cm (dit is een A3) met een kantlijn van 1 cm.
- De tekening laat zien dat je kunt perspectieftekenen op eenvoudig niveau.
- De hulplijnen voor het perspectief zijn nog vaag zichtbaar in je tekening.
- de hoofdlijnen heb je zwart overgetrokken
- De tekeningen zijn op schaal.
 

Slide 9 - Diapositive

Je droomkamer in perspectief.

Opdracht A.


Teken een plattegrond van een mooie kamer van je droomhuis, zoals jij die zou willen hebben.
Dit is dus geen perspectief tekening 

 

Slide 10 - Diapositive

Opdracht B.
Teken de kamer uit opdracht A


Teken de kamer uit opdracht A (en eventuele dingen die erin staan) in een ruimtelijk tweepuntsperspectief, vanaf een plek 'in een hoek van de kamer'.
Teken de kamer alleen in lijnen, want met deze tekening gaan we steeds een stap verder.

Slide 11 - Diapositive

- De tekening van opdracht B is op formaat  42 x 29,7 cm (dit is een A3) met een kantlijn van 1 cm.
- De tekening laat zien dat je kunt perspectieftekenen op eenvoudig niveau.
- De hulplijnen voor het perspectief zijn nog vaag zichtbaar in je tekening.
- de hoofdlijnen heb je zwart overgetrokken
- De tekeningen zijn op schaal.
 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Volgende reeks opdrachten

Slide 15 - Diapositive

Opdracht 3
een behangpatroon ontwerpen



Het idee achter een patroon dat je kunt herhalen is eigenlijk heel eenvoudig: de lijnen en vlakken in een rechthoekige vorm moeten op dezelfde hoogte aansluiten bij een patroon aan de andere kant van de rechthoek.

Kijk maar eens naar het patroon hieronder en probeer te zien waar het patroon aansluit. Zie je hoe het werkt?

Dit behang heeft dus een patroon dat telkens verspringt, maar wel aansluit. In het vlak kun je dus ALLES doen, als het maar aansluit op de juiste punten.

Slide 16 - Diapositive

Behang aan de muur.

Je kent vast wel van die patronen van die behangetjes uit de seventies (1970-1980). Ze zijn nu populair als decoratief behang.
Jij gaat ook een behangpatroon ontwerpen, en die uiteindelijk toevoegen in je perspectieftekening!

stap 1.
Bedenk een onderwerp of een motief om in een behang te verwerken (natuurpatronen, bladmotieven enz.)
- let op de punten waar de patronen moeten aansluiten
- ontwerp het alleen in lijnen, zodat je het later kan inkleuren

Slide 17 - Diapositive

Stap 2.
Maak oefeningetjes en check of het patroon klopt en dat je het door kan leggen. Kopieer het patroon als deze klopt 8 keer in ongeveer 4x4 cm formaat en kleur het patroon in.
 

Slide 18 - Diapositive

Stap 3.
Plaats je patroon op één of twee muren in je perspectieftekening.
LET OP: Het geeft niet dat het patroon niet in perspectief is. 
Hiermee wordt je perspectief tekening bedoelt van de  je kamer

Slide 19 - Diapositive

Voorbeeld

Slide 20 - Diapositive

Opdracht 4 - een vreemde toevoeging

Voeg je zelfontworpen behangpatroon toe op (een aantal) muren in je perspectieftekening uit de vorige opdracht. Dit geeft een vervreemdend effect, omdat het patroon niet in perspectief is gemaakt.

Voeg vervolgens een vervreemdende gebeurtenis toe in je tekening, zoals in de afbeeldingen op deze pagina, waardoor het werk een vreemde sfeer krijgt.

Kleur tot slot je tekening in met kleurpotlood, waterverf of stift, waardoor deze full-colour wordt.

Slide 21 - Diapositive

Voorbeelden

Slide 22 - Diapositive