Talent 3.9/4.9 - vd en td bijvoeglijk gebruikt
1 / 16
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat is een voltooid deelwoord?
A
een werkwoordsvorm
B
de o.v.t. (onvoltooid verleden tijd)
C
de persoonsvorm
D
begint altijd met ge-
Slide 3 - Quiz
Wat is geen voltooid deelwoord?
A
vervoegd
B
gebluft
C
ontwaakt
D
verhuist
Slide 4 - Quiz
Het tegenwoordig deelwoord
A
maak je met het voltooid deelwoord
B
is altijd een werkwoord + d/de
C
staat altijd voor een zelfstandig naamwoord
D
kan ook op een -t- eindigen
Slide 5 - Quiz
Welke is geen tegenwoordig deelwoord?
A
wetend
B
lopende
C
bedenkelijk
D
wisselend
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zegt iets over de persoonsvorm
B
Onderdeel van een scheidbaar werkwoord
C
Een voegwoord
D
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord
Slide 8 - Quiz
In welke zin zit geen bijvoeglijk naamwoord?
A
de hulk is niet groen
B
de onbeduidende brief
C
hij voelt zich oppermachtig
D
de buurman is dokter
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Welke is niet juist?
A
De gehate politicus
B
De verbreedde weg
C
De verbannen president
D
De verloren zoon
