B1-K1-W3

B1-K1-W3 
Het individuele plan
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
WerkprocessenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

B1-K1-W3 
Het individuele plan

Slide 1 - Diapositive

Doelen
  • Je stelt samen met de zorgvrager doelen vast met als uitgangspunten de regie van de zorgvrager
  • Je stelt een zorgplan op 
  • Je maakt een werkplanning 

Slide 2 - Diapositive

Opdracht
  1.  Ga naar www.zelfredzaamheidsradar.nl
  2.  Neem een zorgvrager uit je eigen BPV en vul samen met de zorgvrager en/of mantelzorger de radar in (of op papier of digitaal).
  3. Formuleer uit de zelfredzaamheidsradar 3 zorgproblemen en formuleer deze volgens de PES structuur

Slide 3 - Diapositive

Wat is een zorgprobleem?

Slide 4 - Question ouverte

De zorgverlener bepaalt wat het zorgprobleem van de zorgvrager is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

Ik kan samen met de zorgvrager een zorgprobleem opstellen
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Zorgprobleem
Een zorgprobleem is een probleem met de zelfzorg door een verstoring van de gezondheid. Niet elke aandoening, ziekte of handicap is een zorgprobleem.

Slide 8 - Diapositive

Soorten zorgproblemen
  • Zorgproblemen die kunnen worden verminderd of opgelost. 
  • Blijvende zorgproblemen. 
  • Zorgproblemen die kunnen ontstaan of toenemen. 

Slide 9 - Diapositive

PES
Methode om een zorgprobleem te beschrijven: PES
Beschrijf het vanuit de zorgvrager

Probleem- Wat is het probleem
Etiologie- Wat is de oorzaak van het probleem
Symptomen- Wat zie je, wat zijn de symptomen 

Slide 10 - Diapositive

Neem een zorgvrager uit de praktijk, pak een zorgprobleem en formuleer een PES

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Doelen
Je formuleert een zorgdoel op basis van het zorgprobleem. Een zorgdoel beschrijft het ‘verwachte resultaat’ dat de zorgvrager wil bereiken. 

Slide 13 - Diapositive

Wat is het nut van een zorgdoel beschrijven?

Slide 14 - Question ouverte

Soorten doelen
Lange termijn doel- langere periode, maanden/jaren
Korte termijn doel- vaak bij revalidatie of nieuwe vaardigheden leren 
Tussen doelen - tussen stappen om een lange termijn doel te behalen

Slide 15 - Diapositive

Doelen maken 
Regels:

  • Formuleer het doel vanuit de zorgvrager. 
  • Gebruik daarna een actief werkwoord, bijvoorbeeld: wast zichzelf, komt uit bed, gaat.
  • Beschrijf dan de criteria: hoe, waarmee, onder welke omstandigheden, hoe goed de zorgvrager iets moet bereiken.
  • Geef tot slot aan binnen welke tijd (wanneer) de zorgvrager het doel moet bereiken.



Slide 16 - Diapositive

RUMBA 

Slide 17 - Diapositive

SMART
Specifiek: Het doel moet een duidelijk, concreet, waarneembaar resultaat hebben, waaraan je een hoeveelheid, zoals een getal of een percentage, kunt verbinden.

Meetbaar: Je moet kunnen meten in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is. Wat is er als het doel bereikt is?

Acceptable: het doel moet acceptabel zijn voor de zorgvrager. 

Realistisch: het doel moet haalbaar zijn. Een onbereikbaar doel motiveert de zorgvrager niet. 

Tijdgebonden: het doel moet een duidelijke start- en einddatum hebben. 




Slide 18 - Diapositive

Formuleer nu een doel voor het zorgprobleem a.d.h.v. de RUMBA

Slide 19 - Question ouverte

Formuleer nu een doel voor het zorgprobleem a.d.h.v. de SMART

Slide 20 - Question ouverte

Welke methode werkt voor jou beter?
A
RUMBA
B
SMART

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Zorg activiteiten 
Zorgactiviteiten zijn de handelingen en activiteiten die gericht zijn op het behalen van de zorgdoelen. 
Andere termen hiervoor zijn: interventies en acties.

Slide 23 - Diapositive

Zorgactiviteiten

  • ondersteunen in handelingen
  • ondersteunen in communicatie
  • ondersteunen in gedrag
zorg bepalen

  • overname van zelfzorg.
  • ondersteuning bij zelfzorg.
  • voorlichting, advies of instructie
  • stimuleren/motiveren

Slide 24 - Diapositive

Zorgplan
Alles bespreken met de zorgvrager en anders diens naasten/wettelijk vertegenwoordiger.
Zij moeten het eens zijn met de afgesproken zorg.
Zij hebben inspraak in het zorgplan.
Het plan is van de zorgvrager, wij stellen het op en leveren zorg zoals gewenst. (binnen de mogelijkheden)

Slide 25 - Diapositive

Volgende week 

Werkproces 4

Slide 26 - Diapositive