Klas 2 - Jodendom H4

Hoofdstuk 4: Ideaal & Realiteit
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Ideaal & Realiteit

Slide 1 - Diapositive

Paragraaf 1: burgerrechten en antisemitisme
- Lees paragraaf 1 en onderstreep/markeer de belangrijkste informatie en/of begrippen
- Noteer de volgende woorden in je schrift en leg deze goed uit: 
Franse Revolutie / Rassentheorie / Racisme / Pogroms / Diaspora / Antisemitisme / Zionisme / Palestina / Kibboetsiem
- In de tekst worden 4 motieven (redenen) genoemd om antisemitisch te zijn (religieuze, economische, racistische en etnische); leg deze duidelijk uit in je schrift (je mag internet erbij gebruiken)


Slide 2 - Diapositive

Wat is de Franse Revolutie?

Slide 3 - Question ouverte

Wat houdt de rassentheorie in?

Slide 4 - Question ouverte

Wat is racisme?

Slide 5 - Question ouverte

Wat zijn pogroms?

Slide 6 - Question ouverte

Wat is de diaspora?

Slide 7 - Question ouverte

Wat betekent antisemitisme?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is zionisme?

Slide 9 - Question ouverte

Waarom wilden de joden de joodse staat in Palestina stichten?

Slide 10 - Question ouverte

Wat zijn Kibboetsiem?

Slide 11 - Question ouverte

De haat tegen het joodse volk in het algemeen; omdat het als groep mensen met dezelfde achtergrond en cultuur een eigen land wil stichten
A
Racistisch motief voor antisemitisme
B
Etnisch motief voor antisemitisme
C
Economisch motief voor antisemitisme
D
Religieus motief voor antisemitisme

Slide 12 - Quiz

Joden werden steeds meer gelijke burgers met mogelijkheden om eigen bedrijven te beginnen en opleidingen te volgen
A
Racistisch motief voor antisemitisme
B
Etnisch motief voor antisemitisme
C
Economisch motief voor antisemitisme
D
Religieus motief voor antisemitisme

Slide 13 - Quiz

De joden kregen de schuld van de kruisdood van Jezus de Christus, nadat hij door de hogepriesters werd aangewezen als staatsgevaarlijke man voor de Romeinse machthebbers
A
Racistisch motief voor antisemitisme
B
Etnisch motief voor antisemitisme
C
Economisch motief voor antisemitisme
D
Religieus motief voor antisemitisme

Slide 14 - Quiz

Volgens de rassentheorie behoorde het joodse volk tot het minderwaardige ('semitische') ras, wat geen plaats kon hebben in de Europese beschaving van het betere, 'blanke' ras
A
Racistisch motief voor antisemitisme
B
Etnisch motief voor antisemitisme
C
Economisch motief voor antisemitisme
D
Religieus motief voor antisemitisme

Slide 15 - Quiz

Paragraaf 1: burgerrechten en antisemitisme
- Maak opdracht 1 in je boekje (blz. 51 + 52!)

Slide 16 - Diapositive