2kbc donderdag 24-03, blok 4, Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Vandaag: 

- Terugblik vorige les

- Verder met Grammatica

- Zelfstandig werken

- Afsluiten

Binnenkort:

- SO over de paragrafen 'Lezen' van Blok 3 en 4 op donderdag 7 april

- Maandag presentaties: Demy, Rick en Elma

Grammatica, Blok 4

WW, ZNW, BNW, LW, VZ

Wat is wat ook alweer? 

Bedenk bij elke woordsoort drie voorbeelden. Dus:

- 3x werkwoord

- 3x zelfstandig naamwoord

- 3x bijvoeglijk naamwoord

- 3x lidwoord

- 3x voorzetsel

Huiswerk bespreken

Blz. 171, Blok 4, Grammatica:

Maken: opdracht 7

VRAGEN??

Lesdoelen

• Aan het eind van de les kun je benoemen wat persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden zijn 

Het persoonlijk voornaamwoord

Let op: het gaat hier nu niet meer over het benoemen van zinsdelen, maar om het benoemen van woorden!

Het persoonlijk voornaamwoord

Let op: het gaat hier nu niet meer over het benoemen van zinsdelen, maar om het benoemen van woorden!

Voornaamwoorden

Opmerking:

'Het' kan zowel een lidwoord als een persoonlijk voornaamwoord zijn! Kijk maar:

1. Het is ontzettend opgeknapt --> Het = pers. vnw

2. Het weer is erg opgeknapt --> Het = lidwoord (want staat voor zelfst. nw)

Oefenen

Maak in je schrift een rijtje met persoonlijke voornaamwoorden en een met bezittelijke voornaamwoorden. Haal dan alle voornaamwoorden uit de volgende tekst:

Heeft hij zijn boeken eigenlijk al ingeleverd? Ik hoop het wel, anders krijgt hij een boete. Zijn saldo op zijn bankrekening laat dat eigenlijk niet toe, dus hij moet zorgen dat hij zijn boeken voor morgen inlevert.

Tip: 5 x pers. vnw en 4 x bez. vnw

Aan de slag

Wat

Blz. 171, Blok 4, Grammatica:

Maken: opdracht 9

Hoe

Zelfstandig

Hulp nodig?

Vraag de docent

Klaar? 

Dan ga je verder werken in NUMO

of aan je presentatie werken

Uitkomst

Wat af is, hoef je thuis niet meer te doen.

Afsluiten

Lesdoelen:

• Aan het eind van de les kun je benoemen wat persoonlijke- en bezittelijke voornaamwoorden zijn 

Huiswerk opdrachten :

Blz. 171, Blok 4, Grammatica:

Maken: opdracht 9

De volgende keer:

Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord