Categorieën van Olympische Zomerspelen Sporten

Categorieën van Olympische Zomerspelen Sporten
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Categorieën van Olympische Zomerspelen Sporten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van de les kun je...
De verschillende categorieën van de Olympische Zomerspelen benoemen. Voorbeelden van sporten noemen die onder elke categorie van de Olympische Zomerspelen vallen. De kenmerken van diverse Olympische sporten begrijpen en toelichten.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over de categorieën van Olympische Zomerspelen sporten?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Atletiek: onderverdeling en disciplines
Een verzameling van loop-, spring- en werpsporten.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwemsporten: verschillende competities in het water
Competitieve sporten uitgevoerd in water.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gymnastiek: de kunst van fysieke oefening
Sporten die balans, kracht en flexibiliteit vereisen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Teamsporten: samenwerking en competitie
Sporten waarbij spelers samenwerken in een team.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Racket- en Netspelen: behendigheid en precisie
Sporten met een racket en een net.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vechtsporten: kracht en techniek
Competitieve gevechtssporten met diverse regelsets.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schietsporten: focus en nauwkeurigheid
Disciplines waarbij nauwkeurigheid en controle centraal staan.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Watersporten: kracht in en op het water
Sporten die op of in het water plaatsvinden.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wielersporten: snelheid en controle
Fietsdisciplines met verschillende terreinen en afstanden.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Krachtsporten: de uitdaging van gewichten
Sporten die gericht zijn op het tillen van gewichten.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Paardensport: de harmonie tussen ruiter en paard
Sporten waarbij de atleet samenwerkt met een paard.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diversen: moderne sporten en meerkampen
Een categorie met gemengde en moderne sporten.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Categorieën van Olympische Zomerspelen Sporten
Atletiek: een verzameling van loop-, spring- en werpsporten. Zwemsporten: competitieve sporten uitgevoerd in water. Gymnastiek: sporten die balans, kracht en flexibiliteit vereisen. Teamsporten: sporten waarbij spelers samenwerken in een team. Racket- en Netspelen: sporten met een racket en een net. Vechtsporten: competitieve gevechtssporten met diverse regelsets. Schietsporten: disciplines waarbij nauwkeurigheid en controle centraal staan. Watersporten: sporten die op of in het water plaatsvinden. Wielersporten: fietsdisciplines met verschillende terreinen en afstanden. Krachtsporten: sporten die gericht zijn op het tillen van gewichten. Paardensport: sporten waarbij de atleet samenwerkt met een paard. Diversen: een categorie met gemengde en moderne sporten.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.