ACT Zwachtelen kennis vragen

ACT zwachtelen
A = ambulant
C = compressie
T = therapie
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

ACT zwachtelen
A = ambulant
C = compressie
T = therapie

Slide 1 - Diapositive

ACT Zwachtelen
- Wat weet je van zwachtelen
- Heb je ervaring met zwachtelen




Slide 2 - Diapositive

wat is het doel van ACT zwachtelen
A
Ondersteuning van de spierpompfunctie
B
afvoer van oedeem
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 3 - Quiz

Zwachtelen passen wij toe bij de aandoening
A
COPD
B
hartfalen
C
overgewicht
D
diabetes

Slide 4 - Quiz

Hoe vaak dienen de zwachtels minimaal vervangen te worden?
A
1 keer per dag
B
Om de dag
C
2 keer per week
D
1 keer per week

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van buisverband aanbrengen voor het zwachtelen?
A
Comfortabeler voor de cliënt vanwege warmte-isolatie
B
Voorkomt huidirritatie en beschadiging
C
Voorkomt een mogelijk allergische reactie op de zwachtel
D
Geef meer steun en hechting van de zwachtels

Slide 6 - Quiz

Bij ACT zwachtelen gebruik je de volgende zwachtels:
A
met lange rek
B
met korte rek
C
maakt niet uit
D
geen van beide

Slide 7 - Quiz

Welke zwachtel is het meest geschikt voor een zorgvrager die altijd in de rolstoel zit?
A
Korte rek zwachtel
B
Lange rek zwachtel
C
Zinklijmverband
D
Meerlaagsverband

Slide 8 - Quiz

Hoe zwachtel je de tweede zwachtel?
A
Hetzelfde als de eerste
B
Tegengesteld aan de eerste
C
Van de knie naar de voet

Slide 9 - Quiz

Wat moet je doen als de tenen van de zorgvrager na het zwachtelen blauw kleuren?
A
De zwachtels direct verwijderen
B
De zwachtels losser aanbrengen
C
De zorgvrager 15 minuten laten lopen

Slide 10 - Quiz

Wat moet je doen als de tenen van de zorgvrager na het zwachtelen wit kleuren?
A
Een zorgvrager 15 minuten laten lopen
B
De zwachtels direct verwijderen en arts waarschuwen
C
De zwachtels losser aanbrengen
D
Nog niets, dit trekt vanzelf bij

Slide 11 - Quiz

Er mogen geen plooien in de zwachtel zitten, omdat:
A
Dit een vergrootte kans geeft op wondjes
B
Dit niet netjes is t.o.v. de zorgvrager
C
Dit geen mooie vorm geeft aan de stomp

Slide 12 - Quiz

Het is beter dat cliënten met zwachtels geen schoenen aandoen
A
Juist, dit knelt te veel
B
Juist, daardoor verfrommelen de aangebrachte zwachtels
C
Onjuist, een cliënt kan beter ruimere schoenen of pantoffels aandoen
D
Onjuist, anders worden de voeten te koud

Slide 13 - Quiz

Bij welke ulcus cruris (open been) mag je niet act zwachtelen
A
veneuze ulcus cruris
B
arteriële ulcus cruris
C
bij beide mag je act zwachtelen
D
bij beide mag je niet act zwachtelen

Slide 14 - Quiz

voordat je zwachtelt moet je polsteren omdat:
A
dit makkelijker zwachtelt
B
het zwachtelen zo minder pijnlijk is voor de zorgvrager
C
zo de druk beter verdeel wordt
D
alle antwoorde zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

Synthetische watten (polstermateriaal) mag je gewoon op het blote been aanbrengen
A
onjuist
B
juist

Slide 16 - Quiz

wanneer de zorgvrager net is gezwachteld adviseer je om:
A
een poosje in de stoel te blijven zitten
B
te gaan bewegen en lopen
C
op bed gaat liggen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

Als een zwachtel na een dag afzakt betekent dit dat je niet goed hebt gezwachteld
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Waar staat ook al weer ACT zwachtelen voor?
A
Anterior compressieve therapie
B
Ambulante compressie therapie
C
Arteriële compressie therapie
D
Ambulante compressieve toepassingen

Slide 19 - Quiz