Mens en zorg hoofdstuk 6

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Mens en zorg.

Tillen en verplaatsen.

Doelen:

De leerling weet wat een goede werkhouding is.

De leerling weet wat bedoeld wordt met ergonomie.

De leerling weet het belang van goed contact met de zorgvrager.

De leerling oefent met het tillen en verplaatsen van de zorgvrager.

De leerling weet de soorten tilliften en het gebruik ervan.

Opdracht tillen:

Op welke manier kan je het beste deze krat optillen?

Brainstorming:

Wat gaat er verkeerd in het filmpje?

Een goede werkhouding:

Waarom is dat in de zorg belangrijk?

Gevolgen van een niet goede werkhouding.

Wat moet de werkgever doen?

Ergonomie:

Wat betekent ergonomie?

Voor wie is dat belangrijk?

Wat is een ergo-coach?

Wat doet een ergo-coach?

Ergonomisch werken heeft te maken met:

Veilig werken

Gezond werken

Efficient werken

Lager ziekteverzuim

Gezelligheid met de patiënt

Communicatie

Voordelen van ergonomisch werken.

• Het maakt je werk gemakkelijker.
  
• Het bespaart tijd en energie.
  
• Het kan lichamelijke klachten voorkomen.
  
• Het maakt het werken veiliger.

Ergonomie is dus beter voor je gezondheid en je voelt je er beter bij.

Wat heeft een fysiotherapeut met ergonomie te maken?

1. Een fysiotherapeut geeft tips en adviezen hoe je gezond beweegt.
2. Een fysiotherapeut kan je helpen als je klachten hebt doordat je houding bij het werk niet goed was.
3. Een fysiotherapeut kan je helpen om oefeningen te doen waardoor je leert om je lichaamshouding te verbeteren.
4. Een fysiotherapeut maakt materiaal waardoor je een betere houding hebt.

Techniek en hulpmiddelen:

Transfer.

Ergonomie.

Verschil tussen actieve en passieve tillift.

Opdracht:

Maak opdracht 6.04 in je boek.

Opdracht:

Lezen blz. 235 t/m 242. Maken: opdracht 6.01  t/m 6.08 (blz. 241 t/m 245). Opdracht 6.07 (blz. 237) inleveren in teams.

Aandachtspunten filmpjes:

Aandachtspunten deelopdracht 1.01 bespreken blz.80.

Overige filmpjes bespreken.

Praktijk:

Uitleg en filmpjes.

Groepsindeling (4 groepjes van max. 4 personen).

Werkhouding.

Werkwijze carrousel.

Afsluiting:

Lesevaluatie.

Vooruitblik volgende les.

Huiswerk.