Overhoorvragen Britse Rijk Deelvraag 2
1 / 25
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
In de 16e en 17e eeuw was er sprake van Britse aanwezigheid in India.
1. Wat zijn factorijen?
1. Wat zijn factorijen?
Slide 2 - Question ouverte
2. Wat was gedurende deze eeuwen de voornaamste economische activiteit van de Britten in India?
Slide 3 - Question ouverte
3. Welke Britse partij werd belast met de activiteiten in India?
Slide 4 - Question ouverte
4. Waarom lukte het de EIC niet om, zoals in de Nieuwe Wereld wél lukte, kolonies te stichten in India?
Slide 5 - Question ouverte
Vanaf het midden van de 17e eeuw raakte het Mogolrijk in verval.
5. Op welke wijze profiteerde de EIC van het in verval raken van het Mogolrijk?
5. Op welke wijze profiteerde de EIC van het in verval raken van het Mogolrijk?
Slide 6 - Question ouverte
6. Wat is het verdrag van Allahabad?
Slide 7 - Question ouverte
7. Dankzij het verdrag van Allahabad verkreeg de EIC, naast handel, nog een andere belangrijke inkomstenbron. Wat was deze?
Slide 8 - Question ouverte
Het Brits-Indisch leger en de Royal Navy speelden een belangrijke rol in het bestuur van de EIC over India.
8. Wat is het Brits-Indisch leger?
8. Wat is het Brits-Indisch leger?
Slide 9 - Question ouverte
9. Wat is een sepoy?
Slide 10 - Question ouverte
10. De EIC maakte gebruik van de al bestaande inheemse machtsstructuur. Wat betekent dit?
Slide 11 - Question ouverte
11. Met welk doel koos de EIC voor deze manier van regeren?
Slide 12 - Question ouverte
De EIC wees Indiase religieuze en sociale gebruiken af.
12. Geef één voorbeeld van het afwijzen van deze gebruiken.
12. Geef één voorbeeld van het afwijzen van deze gebruiken.
Slide 13 - Question ouverte
13. In 1857 kwamen de sepoys in opstand. Hoe verliep deze opstand?
Slide 14 - Question ouverte
14. Na deze opstand vond er een Britse beleidsverandering plaats. Leg dit uit.
Slide 15 - Question ouverte
Na de Industriële Revolutie in Groot-Brittannië veranderde de rol die de Indische kolonie speelde in het Britse Rijk.
15. De Britse industrie werd afhankelijk van buitenlandse afzetmarkten. Leg dit uit.
15. De Britse industrie werd afhankelijk van buitenlandse afzetmarkten. Leg dit uit.
Slide 16 - Question ouverte
16. De Indiase bevolking werd afhankelijk van de Britse kledingproductie. Leg dit uit.
Slide 17 - Question ouverte
17. De bevolking in India protesteerde tegen deze afhankelijkheid, waaronder de Swadeshi-beweging. Waartegen zouden zij protesteren?
Slide 18 - Question ouverte
18. Dankzij de Industriële Revolutie werd het voor de regering van Groot-Brittannië ook makkelijker om India direct (dus vanuit Londen) te besturen. Leg dit uit en noem hierbij minstens één voorbeeld.
Slide 19 - Question ouverte
In Groot-Brittannië ontstond een superioriteitsgevoel richting haar kolonies.
19. Wat is een superioriteitsgevoel?
19. Wat is een superioriteitsgevoel?
Slide 20 - Question ouverte
20. In India werd de Britse cultuur opgelegd. Geef hiervan drie voorbeelden
Slide 21 - Question ouverte
21. In 1885 werd de Indian National Congress opgericht. Wat was hun doel?
Slide 22 - Question ouverte
Gedurende eind 18e tot en met eind 19e eeuw (circa 1870) was Groot-Brittannië de enige geïndustrialiseerde natie ter wereld. Gedurende deze periode streefde de regering van Groot-Brittannië vrijhandel na, zelfs als handelsbarrières met geweld opengebroken moesten worden.
22. Wat is vrijhandel?
22. Wat is vrijhandel?
Slide 23 - Question ouverte
23. Waarom streefde de regering van Groot-Brittannië vrijhandel na?
Slide 24 - Question ouverte
24. Dit is een liberaal standpunt te noemen. Leg dit uit.
