Periode 1 - Vaardigheden: Oorzaak & Gevolg

Leerdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen een directe oorzaak (aanleiding) en een indirecte oorzaak.
  • Je kunt onderscheid maken tussen bedoelde en onbedoelde gevolgen.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Je kunt onderscheid maken tussen een directe oorzaak (aanleiding) en een indirecte oorzaak.
  • Je kunt onderscheid maken tussen bedoelde en onbedoelde gevolgen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Onbedoelde gevolgen
  • Niet met opzet
  • Geen voor opgezet plan

Slide 6 - Diapositive

Bij welke soort oorzaak past het gezegde 'de druppel die de emmer doet overlopen'?
A
Indirecte oorzaak
B
directe oorzaak

Slide 7 - Quiz

Een directe of indirecte oorzaak:
Lodewijk XVI stuurde zijn leger naar Parijs om de rust te bewaren. De Parijzenaren grepen de wapens en bestormde toen de Bastille.
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak

Slide 8 - Quiz

Een directe of indirecte oorzaak:
De ongelijkheid van de standensamenleving zorgde uiteindelijk voor veel onrust in de Franse samenleving. Uiteindelijk brak de Franse Revolutie uit!
A
Directe oorzaak
B
Indirecte oorzaak

Slide 9 - Quiz

Bedoeld of onbedoeld gevolg:
Door de Franse Revolutie werd de standensamenleving afgeschaft.
A
Onbedoeld gevolg
B
Bedoeld gevolg

Slide 10 - Quiz

Bedoeld of onbedoeld gevolg:
Na het uitbreken van de Franse Revolutie kwam een groep radicalen aan de macht. Zo ontstond een periode van Terreur, waarbij elke tegenstander gedood werd middels de guillotine.
A
Onbedoeld gevolg
B
Bedoeld gevolg

Slide 11 - Quiz

Bedoeld of onbedoeld gevolg:
De gebeurtenissen van de Franse Revolutie zorgden voor veel chaos in Frankrijk. Men wilde een sterke leider. Napoleon kwam aan de macht en maakte van Frankrijk een keizerrijk.
A
Onbedoeld gevolg
B
Bedoeld gevolg

Slide 12 - Quiz