1.3 De tijd meten

H1 - Paragraaf 3
De tijd meten
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

H1 - Paragraaf 3
De tijd meten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

- De juiste eeuwen noemen in de jaartelling
- Uitleggen hoe onze Christelijke jaartelling werkt
- Uitleggen wat een tijdbalk is
- Een goede tijdbalk maken

Slide 2 - Diapositive

Geschiedenis
Archoloog
Historicus
Bron
zoekt in de grond naar bronnen uit het verleden en graaft die op.
iemand die de geschiedenis bestudeert en onderzoekt. Meestal geschreven sporen.
alles wat het verleden is gebeurd.
Alles waardoor je iets te weten kunt komen over de geschiedenis.

Slide 3 - Question de remorquage

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 6 - Diapositive


Christelijke jaartelling
  • Begint bij het jaar 1 (let op: het jaar 0 bestaat niet!)

  • Geboorte van Christus

  • Meest gebruikte jaartelling, maar er is ook een Islamitsche jaartelling (1433) en een Joodse jaartelling (5780) 

  • Maar...de geschiedenis begint natuurlijk niet pas bij het jaar 1!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Eeuwen
  • Stukjes van 100 jaar

  • Eerste eeuw begint met het jaar 1 en eindigt met het jaar 99

  • De tweede eeuw begint met het jaar 100 en eindigt met het jaar 199

  • Enz.

  • Daarom leven wij in de 21e eeuw

Slide 11 - Diapositive

216 n. Chr. is de ……. eeuw n. Chr.
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 12 - Quiz

856 v.Chr is de ……… eeuw v.Chr.
A
9e
B
8e
C
7e
D
6e

Slide 13 - Quiz

De tijd in stukjes indelen, dat klinkt best moeilijk! Maar je weet al hoe dat moet!

Hoe lang duurt deze geschiedenisles?
A
40 minuten
B
45 minuten
C
50 minuten
D
55 minuten

Slide 14 - Quiz

Bij het vorige antwoord zeiden we: 'een stukje tijd'.

Welke woorden zijn dat nog meer?
A
kilometer, meter, klok, maand
B
Klok, kalender, maand, korter
C
Eeuw, dag , uur, kwartier, seconde
D
Kwartier, uur, klok, tijdbalk

Slide 15 - Quiz

Julius Caesar werd in 44 v. Chr. vermoord.

Hoeveel jaar is dat geleden (ongeveer)?
A
2000 jaar geleden
B
2030 jaar geleden
C
2060 jaar geleden
D
2100 jaar geleden

Slide 16 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

31
A
1e eeuw v. Chr
B
1e eeuw n. Chr.
C
2e eeuw v. Chr.
D
2 eeuw n. Chr.

Slide 17 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

299 v. Chr.
A
2e eeuw v. Chr
B
2e eeuw n. Chr.
C
3e eeuw v. Chr.
D
3 eeuw n. Chr.

Slide 18 - Quiz

Uit welke eeuw is het volgende jaartal?

1612
A
16e eeuw v. Chr
B
16e eeuw n. Chr.
C
17e eeuw v. Chr.
D
17e eeuw n. Chr.

Slide 19 - Quiz

Bij de vorige vragen heb je gezien hoe tijdbalken eruit zien.

Wat is er niet goed aan deze tijdbalk?
A
Een tijdbalk moet altijd beginnen bij het jaar 1
B
Een tijdbalk heeft altijd perioden van 100 jaar
C
Een tijdbalk heeft altijd de perioden in gelijke stukken verdeeld
D
Een tijdbalk heeft altijd als laatste jaartal, het huidige jaar

Slide 20 - Quiz

Aan het werk
Maak 1.3 bladzijde 16 t/m 19

Klaar? Beginnen met tijdbalk over je leven


Slide 21 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kun je:

- De juiste eeuwen noemen in de jaartelling
- Uitleggen hoe onze Christelijke jaartelling werkt
- Uitleggen wat een tijdbalk is
- Een goede tijdbalk maken

Slide 22 - Diapositive

Huiswerk
Alles t/m bladzijde 19

Slide 23 - Diapositive