5. Bijvoeglijk naamwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 1

Grammatica

Bijvoeglijke naamwoord

Blz. 208

lesdoel

Je kunt een (stoffelijk)bijvoeglijk naamwoord in een zin 

herkennen en benoemen. 

J

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

Vertelt meer over een zelfstandig naamwoord (znw)

Kan voor of achter het znw staan

- het spannende boek

- een spannend boek'

- het boek is spannend

BIJVOEGLIJK NAAMWOORD

- vertelt meer over een zelfstandig naamwoord

- staat vaak voor een zelfstandig naamwoord

- het spannende boek

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?

1. Blonde
2. Man
3. Paard
4. De

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

1. de
2. leerling
3. snapt
4. slimme

De rode jas hangt nog aan de kapstok. Het bijvoeglijk naamwoord is:

1. jas
2. rode
3. kapstok
4. hangt

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin?

'Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.'

1. morgen
2. lieve
3. eindelijk
4. er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb een nieuwe telefoon gekregen.

het bijvoeglijk naamwoord is:

De hoes die erbij hoort is groen.

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er leuke muziek op gezet.

het bijvoeglijk naamwoord is:

Alles van mijn favoriete band staat erop

het bijvoeglijk naamwoord is:

Ik heb er een goede koptelefoon bij gekocht.

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Zegt iets over de persoonsvorm
2. De, het, een
3. Hetzelfde als een voorzetsel
4. Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. grote
2. plastic
3. kleurige
4. koude

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De aardige jongen lacht om haar grapjes.
2. Dat is de normaalste zaak van de wereld.
3. Morgen wordt het een mooie dag.
4. Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

Wat is een voorbeeld van een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. grote
2. plastic
3. kleurige
4. koude

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

1. De aardige jongen lacht om haar grapjes.
2. Dat is de normaalste zaak van de wereld.
3. Morgen wordt het een mooie dag.
4. Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. Zegt iets over de persoonsvorm
2. De, het, een
3. Hetzelfde als een voorzetsel
4. Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Maak een zin met een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Aan het werk

opdracht 2: in je boek

opdracht 3: onderstreep het bijvoeglijk naamwoord , markeer het zelfstandig naamwoord

opdracht 4: afkorting boven het woord zetten

Tijd over: opdracht 5: in je schrift