1.4 Lineaire ongelijkheden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Programma

• Doel : Ik kan lineaire ongelijkheden oplossen
• Theorie: 1.4 lineaire ongelijkheden
  
• Opgaven maken
  

 1.4 lineaire ongelijkheden

Een ongelijkheid in de wiskunde betekent:

• niet = maar > of <
• bijvoorbeeld: 2x - 1 < -x + 2

 1.4 lineaire ongelijkheden

Een ongelijkheid in de wiskunde betekent:

• niet = maar > of <
• bijvoorbeeld: 2x - 1 < -x + 2

 1.4 lineaire ongelijkheden

Een ongelijkheid in de wiskunde betekent:

     niet = maar > of <
     bijvoorbeeld: 2x - 1 < -x + 2

• < betekent: er onder liggen
• wanneer ligt y = 2x - 1 onder   y = -x +2?
• antwoord: x < 1

 1.4 lineaire ongelijkheden

Een ongelijkheid in de wiskunde betekent:

    niet = maar > of <
    bijvoorbeeld: 2x - 1 < -x + 2

     < betekent: er onder liggen
     wanneer ligt y = 2x - 1 onder          y = -x +2?
     antwoord: x < 1

• > betekent: er boven liggen

 1.4 lineaire ongelijkheden

opgave 44b

Steek je hand op als je het weet.

 1.4 lineaire ongelijkheden

opgave 44b

Steek je hand op als je het weet.

x < 2

Je leest dus altijd de x-waarden af!

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

−2,5x>−5

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

−2,5x>−5

Beide kanten delen door -2,5

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

−2,5x>−5

Beide kanten delen door -2,5

Delen door een negatief getal betekent dat het teken omklapt! 

(> wordt < en omgekeerd)

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

−2,5x>−5

Beide kanten delen door -2,5

Delen door een negatief getal betekent dat het teken omklapt! 

(> wordt < en omgekeerd)

x<2

 1.4 lineaire ongelijkheden

Bereken    -2x + 7 > 0,5x + 2   (dus zonder grafiek)

• Je berekent alsof er = staat (maar je schrijft wel > of <).
• Bij de laatste stap let je extra op!

−2x+7>0,5x+2

−2,5x>−5

Beide kanten delen door -2,5

Delen door een negatief getal betekent dat het teken omklapt! 

(> wordt < en omgekeerd)

x<2

 1.4 lineaire ongelijkheden

Staan er haakjes in de ongelijkheden

 1.4 lineaire ongelijkheden

Staan er haakjes in de ongelijkheden?Dan hier eerst mee starten!

 1.4 lineaire ongelijkheden

Staan er haakjes in de ongelijkheden?Dan hier eerst mee starten!

Oefen nu met opgave 53b

 1.4 lineaire ongelijkheden

Staan er haakjes in de ongelijkheden?Dan hier eerst mee starten!

Oefen nu met opgave 53b

Heb jij x <  3,5  ga dan verder met opgaven maken

opgaven maken

Lees de Theorie blokken

Maak Opg. 43/44/46/48/49

50 a/d/e/f/i

51/53

 Afsluiting

Wat heb je deze les geleerd?

• ongelijkheden oplossen via een grafiek
• ongelijkheden oplossen via berekeningen

• Volgende les: lineaire functies H1.5

• Jullie mogen nu inpakken