Fin.1 H1 Balans en resultatenrekening 22-11
1 / 24
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Welke begrippen
heb je
onthouden?
heb je
onthouden?
Slide 3 - Carte mentale
Wat zijn voorbeelden van directe kosten?
A
Opleidingskosten
B
Verpakkingskosten
C
Grondstofkosten
D
Huurkosten
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Een balans is een overzicht van
timer
0:20
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.
Slide 14 - Quiz
Welke post staat niet debet op de balans?
timer
0:20
A
Hypotheek
B
Bedrijfspand
C
Debiteuren
D
Kas
Slide 15 - Quiz
Op de Debetzijde van de balans staan:
timer
0:20
A
Crediteuren
B
Bankkrediet
C
liquide middelen
D
Eigen vermogen
Slide 16 - Quiz
Een balans is een momentopname van
A
de bezittingen en het eigen vermogen
B
de schulden en het eigen vermogen
C
de bezittingen en schulden
D
de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen
Slide 17 - Quiz
De afschrijvingskosten van de auto van een bedrijf, komen op de ....?
timer
0:20
A
de balans
B
de resultatenrekening
C
zowel de balans als de resultatenrekening
D
niets
Slide 18 - Quiz
Als een bedrijf winst draait komt dit op de ... zijde van de resultatenrekening te staan?
timer
0:20
A
Debet
B
Credit
Slide 19 - Quiz
Wat is een andere benaming voor het exploitatiekosten?
timer
0:20
A
Bedrijfskosten
B
Kosten
C
Variabele kosten
D
Constante kosten
Slide 20 - Quiz
afschrijvingen zijn
timer
0:20
A
uitgaven
B
kosten
C
beide antwoorden zijn goed
Slide 21 - Quiz
Deze balans is juist
timer
0:20
A
Waar
B
Onwaar
Slide 22 - Quiz
Als ik wil weten hoeveel voorraad ik nog heb, dan kijk ik op de?
timer
0:20
A
Balans
B
Resultatenrekening
