Paragraaf 5.2 - Gemiddelde snelheid

5.2 Gemiddelde snelheid
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

5.2 Gemiddelde snelheid

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
5.2.1 Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
5.2.2 Je kunt snelheid in m/s omrekenen naar km/h.
5.2.3 Je kunt de afstand berekenen die een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt.

Slide 2 - Diapositive

Introductie
Een wielrenner die 144 kilometer aflegt in vier uur, heeft een gemiddelde snelheid van 36 kilometer per uur (km/h). Dat betekent natuurlijk niet dat zijn snelheid de hele tijd precies 36 km/h was. Maar als hij wel voortdurend 36 km/h gereden had, zou hij dezelfde afstand (144 km) in dezelfde tijd (4 h) hebben afgelegd.

Slide 3 - Diapositive

0

Slide 4 - Vidéo

De gemiddelde snelheid berekenen
 snelheid in kilometer per uur (km/h). M/s en km/h zijn eenheden van snelheid.




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

De gemiddelde snelheid geeft een goede indruk van hoe snel iets of iemand beweegt. Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen door de afgelegde afstand te delen door de benodigde tijd:
met daarin:

• de gemiddelde snelheid in meter per seconde (m/s);
 • de afstand in meter (m);
 • de tijd in seconde (s).
 Als je de afstand invult in kilometers en de tijd in uren, krijg je de gemiddelde snelheid in kilometer per uur (km/h). M/s en km/h zijn eenheden van snelheid.

De gemiddelde snelheid berekenen

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1
Een atlete loopt de 100 m sprint in 10,8 s.
Bereken haar gemiddelde snelheid.
gegevens
afstand = 100 m
tijd = 10,8 s
gevraagd
de gemiddelde snelheid
uitwerking 



Slide 8 - Diapositive

De gemiddelde snelheid bereken je door???
A
de afstand te delen door de tijd.
B
de afstand te vermenigvuldigen met de tijd.
C
de tijd op te tellen bij de afstand.
D
de tijd te delen door de afstand.

Slide 9 - Quiz

Als je in twee seconden vijf meter loopt, heb je een snelheid van:
A
0,4 m/s
B
2,5 m/s
C
7 m/s
D
10 m/s

Slide 10 - Quiz

Omrekenen van m/s naar km/h
Vaak is het handig om snelheden om te rekenen van m/s naar km/h. Als je 9,3 m/s omrekent, kom je uit op een snelheid van iets meer dan 33 km/h. Dat zegt je waarschijnlijk meer dan 9,3 m/s.

Om snelheden te kunnen omrekenen, moet je weten dat:
1 km = 1000 m
1 h = 60 min = 3600 s

Slide 11 - Diapositive

Als je de afstand invult in A ................en de tijd in B.................... , dan krijg je de gemiddelde snelheid in meter per seconde. Dat kort je af tot. C................

Slide 12 - Question ouverte

Voorbeeldopdracht 2
Iemand loopt 3 m/s. Hoeveel km/h is dat?

1 uur = 60 minuten
60 minuten = 60 × 60 = 3600 seconden
In 1 seconde 3 m is in 1 uur 3600 × 3 = 10 800 m.
10 800 m = 10,8 km
3 m/s komt dus overeen met 10,8 km/h.
Je kunt de snelheid (in m/s) ook in één keer vermenigvuldigen met 3,6. Dat komt op hetzelfde neer.
Dus: 3 m/s = 3 × 3,6 = 10,8 km/h.



Slide 13 - Diapositive

Je kunt de snelheid in m/s snel omrekenen naar km/h door
A
3,6 af te trekken van de snelheid.
B
3,6 op te tellen bij de snelheid.
C
de snelheid te delen door 3,6.
D
de snelheid te vermenigvuldigen met 3,6.

Slide 14 - Quiz

De afstand berekenen
De formule voor de gemiddelde snelheid kun je ook gebruiken om de afstand te berekenen. Je schrijft de formule dan zo:

afstand = gemiddelde snelheid × tijd

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 3
Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is.
Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?
gegevens
gemiddelde snelheid = 28 km/h
tijd = 3,5 h
gevraagd
afstand
uitwerking
afstand = gemiddelde snelheid × tijd
= 28 × 3,5 = 98 km



Slide 17 - Diapositive

Els rijdt in haar auto met een gemiddelde snelheid van 80 km/h.
Hoeveel kilometer heeft ze na twee uur afgelegd?
A
40 km
B
60 km
C
82 km
D
160 km

Slide 18 - Quiz

Theo gaat vaak op fietsvakantie. Hij weet uit ervaring dat zijn gemiddelde snelheid (rustpauzes meegerekend) ongeveer 16 km/h is. Morgen rijdt hij van Bilbao naar Vitoria Gasteiz, een afstand van 64 km (afbeelding 7)
Bereken hoelang Theo over die afstand zal doen.

Slide 19 - Question ouverte

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf 5.2
Hoe: helemaal stil! muziek mag in! 
Hulp: Geen 
Tijd:  ???? minuten lang 
Huiswerk: opgave 1 t/m 12 van paragraaf 5.2 
Klaar?: ga bezig met een ander vak! 

Slide 20 - Diapositive