personal en interrogative pronouns

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Welcome class

Today's subject: Personal pronouns

& Interrogative pronouns

In deze lesson up komen 2 onderwerpen aan bod.

De persoonlijke voornaamwoorden en de vragende voornaamwoorden.

 Lees alle uitleg zorgvuldig door en maak de opdrachten aandachtig. 

Iedereen werkt op eigen tempo! Je bent zelfstandig aan het werk.

Personal Pronouns

(persoonlijke voornaamwoorden)

Personal pronouns 

Maak deze zin af:
Personal pronouns...

1. vertellen iets over de uitspraak van woorden
2. verwijzen naar mensen dieren of dingen
3. verwijzen nooit naar dieren of dingen
4. gebruik je om bezit aan te geven

Personal Pronouns

I

You

She

We

You

They

He

It

Jij/je

Wij/we

Zij/ze

Ik

Jullie

Hij

Zij

Het

Which of these words is a personal pronoun?

1. Orange
2. you
3. car
4. blue

Pick a personal pronoun:
... is cold outside.

1. He
2. We
3. She
4. It

A personal pronoun:
.... are very good friends. (wij)

1. he
2. they
3. you
4. we

Kies de juiste personal pronoun

..... is sitting in the garden

1. She
2. Him

Choose the correct personal pronoun:

_____ is from London. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

A personal pronoun:
She is from Curacao.
I have just asked .........

1. her
2. I
3. you
4. she

Kies de juiste personal pronoun

They are sitting in the garden.
You can find .......... near the pond.

1. they
2. them
3. you
4. her

A personal pronoun:
... is from Curacao. (zij)

1. she
2. they
3. he
4. we

A personal pronoun:
... like school. (ik)

1. i
2. I
3. you
4. we

A personal pronoun:
My brother is nice. ..... is 26 years old.

1. you
2. she
3. he
4. him

Welke Personal Pronoun kan je als vervanging gebruiken?

They

She

He

It

We

Sister

Boy

School

Dad

Cars

Emily & Jack

Bike

Sophia and I

Parents

Teacher

She-He-It

They

We

You

You and Tom

You and me

My family

That book

My brother and I

John and Diana

His parents

You and your team

Elisabeth

My uncle

Personal Pronoun

1. Wat betekent 'personal pronoun'?
2. Schrijf alle personal pronouns in het Engels op en schrijf de Nederlandse versie erachter.
3. Geef duidelijk aan of de personal pronoun enkelvoud is of meervoud.

Er volgen een paar opdrachten waarbij je eerder geleerde grammatica  (de present simple) moet toepassen.

Put the personal pronoun with the right form of 'to do'

Do

Does

I

You

You (mv)

They

He

It

We

She

Match de blauwe personal pronouns met de juiste vorm van het werkwoord to be (in het rood)

am

are

is

I

You

He/she/it

We/You/they

Je gaat zo meteen online oefeningen maken over de personal pronouns. 

Klik op de link, maak de opdracht.

Let op! Er zijn meerdere linkjes. Dus heb je de opdracht gedaan, ga terug naar lesson up, en klik op volgende. Dan krijg je een nieuwe link.

www.tolearnenglish.com

www.englishexercises.org

www.englisch-hilfen.de

Vragende voornaamwoorden

Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?

1. me
2. why
3. are
4. I

Uitleg ...

Een vragend voornaamwoord verwijst naar een persoon of een ding en 'vraagt' daar iets over.

Bijvoorbeeld:

Waarom is hij altijd te laat op school?

Wanneer is het schoolfeest?

Uitleg ...

In het Engels worden vragende voornaamwoorden ook wel:

"WH-question words" genoemd.

De meeste beginnen namelijk met een WH en 1 keer met een H!

Uitleg ...

wie                 who

wat                 what

waar               where

wanneer        when

waarom         why

welk(e)          which

hoe                  how

Uitleg ...

"What" : bij keuzes met veel mogelijkheden
Bijvoorbeeld: What drink do you like the most?

"Which" : bij keuzes met maar een paar mogelijkheden
Bijvoorbeeld: Which drink do you like the most, Fanta or Sprite?

why

who

how

where

What

____ are you doing today?

1. why
2. where
3. who
4. how

____ colour do you like better: green or blue?

1. which
2. what
3. how
4. where

____ did you put my bag? I can't find it!

1. why
2. how
3. where
4. what

speakspeak.com

www.english-4u.de

Ik kan nu het juiste vragende voornaamwoord gebruiken in een vraag.

1. ja
2. nee
3. een beetje
4. misschien

You have finished al the assigments, you can now continue with some extra assignments. Enjoy!

www.gamestolearnenglish.com