Herhaling Arm en Rijk

Herhaling Arm en Rijk
MAVO 3
Toets Voorbereiding
Log in in LessonUp
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Herhaling Arm en Rijk
MAVO 3
Toets Voorbereiding
Log in in LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Bekijk de afbeelding.

→ Welke uitspraak is juist?


A
Je ziet een klimaat dat te droog is voor gewassen als cacao.
B
Je ziet een klimaat dat voorkomt langs de zuidkust van Nigeria.
C
Je ziet een klimaat dat voorkomt op de savannes van Nigeria.
D
Je ziet een tropisch regenwoudklimaat.

Slide 2 - Quiz

De bevolkingsspreiding van Nigeria is ongelijk.

→ Welke factor speelt hierbij geen grote rol?


A
Afkomst van een bepaald volk
B
Geschiktheid voor landbouw
C
Welvaart
D
Werkgelegenheid

Slide 3 - Quiz

Je kunt de gezondheidstoestand van landen met elkaar vergelijken.

→ Welke factor kun je niet gebruiken om de verschillen tussen landen te meten? Kies het juiste antwoord.
A
Artsendichtheid
B
Cirkel van armoede
C
Levensverwachting
D
Zuigelingensterfte

Slide 4 - Quiz

‘Nigerianen die te vaak fastfood eten, zijn kwalitatief ondervoed.’

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij kwantitatieve honger is er wel voldoende voedsel, maar dan zitten er te weinig vitaminen en mineralen in die je lichaam nodig heeft.’

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

De zuigelingensterfte is in Nigeria lager / hoger dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 7 - Quiz

In Nigeria ligt de levensverwachting lager / hoger dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 8 - Quiz

Het aantal slachtoffers van infectieziekten is in Nigeria lager / hoger dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 9 - Quiz

Lees de volgende stellingen over voedsel in Nigeria.

Welke stelling is niet juist?
A
De regio’s met het hoogste inkomen liggen in het midden van Nigeria.
B
In Nigeria verdienen weinig mensen veel en verdienen veel mensen weinig.
C
Het bnp van Nigeria is relatief laag als je het vergelijkt met dat van andere Afrikaanse landen.
D
Gemiddeld leeft zo’n 50% van de bevolking in Nigeria in armoede en 50% in rijkdom.

Slide 10 - Quiz

Lees de volgende stellingen over rijkdom en armoede in Nigeria.

Welke stelling is NIET juist?
A
Nigeria heeft een voedseltekort: er wordt minder voedsel geproduceerd dan er nodig is.
B
Om de voedselvoorziening te verbeteren, importeert Nigeria voedsel uit andere landen.
C
Ondervoeding is in Nigeria een gevolg van onvoldoende voedselzekerheid.
D
De meeste voedselgewassen die in Nigeria verbouwd worden, zijn bedoeld voor de export.

Slide 11 - Quiz

Lees de volgende beschrijvingen van de gezondheidstoestand in vier landen.

In welk land is de gezondheidstoestand het slechtst?
A
land A: hoge levensverwachting, hoge zuigelingensterfte, hoog percentage mensen met kwalitatieve honger, lage artsendichtheid
B
land B: lage levensverwachting, lage zuigelingensterfte, laag percentage mensen met kwalitatieve honger, hoge artsendichtheid
C
land C: hoge levensverwachting, lage zuigelingensterfte, laag percentage mensen met kwalitatieve honger, hoge artsendichtheid
D
land D: lage levensverwachting, hoge zuigelingensterfte, hoog percentage mensen met kwalitatieve honger, lage artsendichtheid

Slide 12 - Quiz

Aya is weer ziek. Volgens haar moeder eet ze te veel vlees en snoep en te weinig fruit en groente.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger

Slide 13 - Quiz

Ben voelt zich niet fit. Hij heeft al maanden geen werk, en kan daardoor maar moeizaam aan eten komen.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger

Slide 14 - Quiz

Lees de volgende stellingen over ziekten in Nigeria.

Welke stelling is juist?
A
Malaria komt vooral voor in het zuiden van Nigeria.
B
Diarree komt vooral voor in de rijke regio’s van Nigeria.
C
De mazelen krijg je door het eten van bedorven voedsel of het drinken van vervuild water
D
Je krijgt sneller hiv/aids als je daartegen niet bent ingeënt.

Slide 15 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de lage levensverwachting in Nigeria

A
AIDS
B
Malaria
C
Slechte sanitaire voorzieningen
D
Drinken veel alcohol

Slide 16 - Quiz

De artsendichtheid in Nigeria is
A
Hoog
B
Gemiddeld
C
Laag

Slide 17 - Quiz

Wat is GEEN reden om Nigeria als een reus in Afrika te noemen?
A
Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen
B
Nigeria is een groot land.
C
In Nigeria bevindt zich de grootste filmindustrie van Afrika
D
Nigeria exporteert veel goederen en eindproducten naar andere landen

Slide 18 - Quiz

Detroit is door de tijd heen flink veranderd.

→ Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde.
De auto-industrie groeit en bloeit: Detroit wordt Motor City.
Gebouwen, wegen en parken raken in verval.
Veel Afro-Amerikaanse arbeiders trekken naar Detroit.
Mensen met hogere salarissen schaffen een auto aan en trekken naar de suburbs.
Fabrieken in de auto-industrie hebben veel arbeiders nodig.
Door automatisering stijgt de werkloosheid.

Slide 19 - Question de remorquage

Bekijk beide afbeeldingen

→ Bij welk nummer uit bron 1 past de foto in bron 2 het best?
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3
D
nummer 4

Slide 20 - Quiz

Bekijk bron 3 en 4.

→ Combineer de juiste titel met de juiste bron. 
Twee titels hoef je niet te gebruiken.
Werkloosheid in Detroit en omgeving
Huishoudens onder de armoedegrens in Detroit en omgeving
Afro-Amerikanen in Detroit en omgeving
Inkomens per huishouden n Detroit en omgeving

Slide 21 - Question de remorquage

Bekijk de afbeelding

→ Wat was de belangrijkste oorzaak voor het verval van het centrum van Detroit?


A
Automatisering in de auto-industrie.
B
De aanschaf van auto’s door de gezinnen met hogere inkomens.
C
De verslechtering van leefomgeving, onderwijs en gezondheidszorg.
D
Het gebrek aan ruime huizen in een groene omgeving in het centrum.

Slide 22 - Quiz

Bekijk bron 6,7 en 8.

→ Waar in de Verenigde Staten zullen gemiddeld de minste Aziatische Amerikanen wonen, als je afgaat op de informatie in alle drie de bronnen?
A
Langs de westkust.
B
In het noordoosten.
C
In het zuidoosten.
D
Langs de grens met Canada.

Slide 23 - Quiz

Bekijk bron 9.
→ Sleep de namen van Nederland en de Verenigde Staten naar de juiste plek in de legenda.
Nederland
Verenigde Staten

Slide 24 - Question de remorquage

Bekijk bron 9.
→ Sleep de namen van Nederland en de Verenigde Staten naar de juiste plek in de legenda.
Nederland
Verenigde Staten
Nigeria

Slide 25 - Question de remorquage

De inkomensverschillen zijn in de Verenigde Staten groter dan in Nederland:

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

De human development-index geeft aan hoe goed een land voorziet in de vier basisbehoeften:

Juist of onjuist?

A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Detroit was dé autostad van de Verenigde Staten. Nu is het een stad met veel problemen.

‘Voor veel arme mensen in het centrum van Detroit is gezond eten te duur. Ze eten daarom vaak ongezond. De gezondheidsproblemen zijn daardoor toegenomen.’

Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Detroit was dé autostad van de Verenigde Staten. Nu is het een stad met veel problemen.

‘Het onderwijs is slechter geworden. De stad Detroit krijgt tegenwoordig minder belasting binnen omdat er weinig fabrieken meer zijn en er minder rijke mensen wonen. Er is dus weinig geld voor goed onderwijs.’

Is deze stelling juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

De suburbs in Detroit hebben verschillende kenmerken.

→ Wat is GEEN kenmerk van de suburbs van Detroit?

A
De huizen en de woonomgeving zijn goed onderhouden.
B
In de suburbs staan veel grote, vrijstaande huizen.
C
In de suburbs wonen veel mensen met weinig koopkracht.
D
Veel bewoners hebben een of meerdere auto’s.

Slide 30 - Quiz

Bekijk bron 2

Wat is de belangrijkste voorwaarde om ervoor te zorgen dat de wijk op de foto van bron 2 weer door meer mensen bewoond zal worden?
A
de aanwezigheid van winkels
B
de aanwezigheid van parken
C
de aanwezigheid van werk
D
de aanwezigheid van goede scholen en ziekenhuizen

Slide 31 - Quiz

Bekijk de foto hierboven het is de Stationsbuurt in Zwolle.
. Sleep daar 3x hoog of laag naar het goede vak.
bebouwingsdichtheid
besteedbaar inkomen
WOZ-waarde
hoog
hoog
hoog
laag
laag
laag

Slide 32 - Question de remorquage

Bekijk de tabel hiernaast. De Slachthuisbuurt en
het Ramplaankwartier zijn twee wijken in Haarlem.
Tussen beide wijken bestaan grote verschillen.
-Leg uit waarom in een wijk met een hoger
percentage koopwoningen meestal rijkere mensen
wonen dan in een wijk met veel huurwoningen.

Buurt
Totaal aantal huizen
Aantal koopwonin-gen
Percentage koopwonin-gen
Slachthuisbuurt
   2890
      445 
      15
Ramplaankwartier
    1128
      874
      77

Slide 33 - Question ouverte

Bekijk kaart hiernaast.
Wijken waar veel mensen met een lage sociaal-
economische status wonen, vind je in stedelijke en in
landelijke gebieden in Nederland.
-Welke gebieden met een lage sociaal-
economische status zijn zichtbaar in de kaart?
A
Het Noorden
B
De Landelijke gebieden
C
Rond de grote steden
D
De Landelijke gebieden aan de randen van Nederland

Slide 34 - Quiz

Op welke andere plek, niet zichtbaar op
de kaart, wonen ook veel mensen met
een lage sociaal-economische status?

Slide 35 - Question ouverte

Wat is een groot nadeel van het hebben van tijdelijk werk?

A
Je verdient het minimumloon.
B
Het is lastiger om een huis te kopen.
C
Het is alleen voor hoger opgeleiden.
D
Het is alleen voor studenten.

Slide 36 - Quiz

Waarom is meer variatie in leeftijd en inkomen goed voor een buurt?
A
De bewoners kunnen dan van dezelfde voorzieningen gebruikmaken.
B
Dan komen er ook meer verschillende culturen in de buurt.
C
Dan wordt de buurt gezelliger met meer straatfeesten.
D
Dan wordt de buurt leefbaarder.

Slide 37 - Quiz

Lees de volgende uitspraken.
1 Het uitvoeren van een project om de leefbaarheid in een wijk te
verbeteren, is een onderdeel van stedelijke vernieuwing.
2 Stedelijke vernieuwing en sanering betekenen hetzelfde.
-Welke uitspraak is juist?

A
1 en 2 zijn allebei juist.
B
1 is juist en 2 is onjuist.
C
1 is onjuist en 2 is juist.
D
1 en 2 zijn allebei onjuist.

Slide 38 - Quiz

In welke zin is sprake van structurele werkloosheid?
A
Vanwege een zware beenbreuk kan Abdullah bijna een jaar lang niet werken als bouwvakker.
B
Pawel is zojuist ontslagen; zijn werk op een boerenbedrijf wordt vanaf nu gedaan door een landbouwmachine
C
Richard baalt: hij heeft de afgelopen twee jaar zo’n 30x gesolliciteerd, maar hij heeft nog steeds geen werk
D
In geen van de zinnen is er sprake van structurele werkloosheid.

Slide 39 - Quiz

juist
onjuist
Een goede sociale cohesie in een wijk is belangrijk voor een goede leefbaarheid.
Een achterstandswijk is een wijk met veel hoogbouw.
Het minimumloon is wat je verdient als je een laag opleidingsniveau hebt.

Slide 40 - Question de remorquage

Lees de volgende uitspraken over welvaart en welzijn.
-Welke bewering over beide begrippen is waar?
A
Welvaart gaat om het hebben van genoeg geld om te kunnen voorzien in je basisbehoeften; welzijn geeft aan hoe goed het met je gaat.
B
Welvaart gaat om het bezitten van een huis en een auto die je nodig hebt voor je werk; welzijn draait om het kunnen betalen van vakanties.
C
Welvaart geeft aan hoe het met je gaat; welzijn gaat om het hebben van genoeg geld om te kunnen voorzien in je basisbehoeften.
D
Welvaart is het kunnen betalen van vakanties; welzijn draait om het bezitten van een huis en een auto die je nodig hebt voor je werk.

Slide 41 - Quiz

Wat zijn criteria van fair trade? (Meerdere zijn juist)
A
Een eerlijke beloning voor gedane arbeid
B
Het naleven van mensenrechten
C
Handel via de haven
D
Geen kinderarbeid

Slide 42 - Quiz