Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
module 2: later
module 2: later
herhaling
1 / 27
suivant
Slide 1:
Diapositive
Zsw
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Cette leçon contient
27 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
module 2: later
herhaling
Slide 1 - Diapositive
Primaire geslachtskenmerken
A
heb je al bij de geboorte
B
krijg je in de puberteit
C
krijg je als je volwassen bent
Slide 2 - Quiz
Wat is de puberteit?
A
Periode waarin je naar de middelbare school gaat.
B
Periode waarin je geestelijk en lichamelijk volwassen wordt.
C
Periode waarin je veel vrienden en vriendinnen krijgt.
D
Periode waarin je op kamers gaat wonen.
Slide 3 - Quiz
Wat is menstruatie?
A
Dat een meisje een vrouw wordt
B
Dat een meisje borsten krijgt
C
Dat een meisje zwanger wordt
D
Dat een meisje bloed verliest elke maand
Slide 4 - Quiz
Wat zijn hormonen?
A
Stofjes die ervoor zorgen dat je beter kunt presteren
B
Stofjes die veranderingen in het lichaam regelen
C
Stofjes die alleen jongens hebben om volwassen te worden
D
Stofjes die alleen meisjes hebben om volwassen te worden
Slide 5 - Quiz
Welke veranderingen krijgen jongens en meisjes in de puberteit? Sleep de woorden naar het juiste vak
veranderingen bij
jongens
veranderingen bij jongens en meisjes
veranderingen bij
meisjes
borsten
schaamhaar
baard in de keel
bredere heupen
okselhaar
gespierdere lichaamsbouw
baardgroei
menstruatie
meer spieren
Slide 6 - Question de remorquage
Waarom is hygiëne extra belangrijk in de puberteit? (bijvoorbeeld door je goed te wassen en deodorant te gebruiken).
A
Je krijgt een sterkere lichaamsgeur
B
Je krijgt puistjes
Slide 7 - Quiz
Welke lichaamsdelen scheer je?
Slide 8 - Question ouverte
Waarom gebruik je scheerschuim of scheergel?
A
Dat ruikt lekker
B
Dat zorgt dat een scheermesje makkelijk glijdt
C
Dat maakt je huid schoon
Slide 9 - Quiz
wegwerp scheermesje
scheermesje
scheerschuim
scheerapparaat
een mesje waarbij je alleen het mesje vervangt
Een product dat er voor zorgt dat je minder irritaties krijgt
Een mesje dat je na een paar keer weggooit
een elektrisch apparaat waarmee je haartjes verwijdert
Slide 10 - Question de remorquage
Welke dingen worden bedoeld met sanitair?
A
badkamer en douche
B
wc
C
waterleidingen, kranen en buizen naar het riool
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 11 - Quiz
Hoe het het onderdeel op de foto?
A
riool
B
sanitair
C
zwanenhals
D
wasbak
Slide 12 - Quiz
Waarvoor gebruik je wasmiddel?
A
zorgen dat het wasgoed schoon wordt
B
zorgen dat het wasmiddel zacht wordt
C
zorgen dat het wasgoed extra lekker ruikt
Slide 13 - Quiz
Waarvoor gebruik je wasverzachter?
A
zorgen dat het wasgoed schoon wordt
B
zorgen dat het wasmiddel zacht wordt
C
zorgen dat het wasgoed extra lekker ruikt
Slide 14 - Quiz
welke vorm van wasmiddel zie je hier?
A
waspods
B
vloeibaar wasmiddel
C
waspoeder
Slide 15 - Quiz
welke vorm van wasmiddel zie je hier?
A
waspods
B
vloeibaar wasmiddel
C
waspoeder
Slide 16 - Quiz
welke vorm van wasmiddel zie je hier?
A
waspods
B
vloeibaar wasmiddel
C
waspoeder
Slide 17 - Quiz
Welke soort was zit er in de blauwe mand?
A
bonte was
B
witte was
C
donkere was
Slide 18 - Quiz
Welke soort was zit er in de groene mand?
A
bonte was
B
witte was
C
donkere was
Slide 19 - Quiz
Welke soort was zit er in de grijze mand?
A
bonte was
B
witte was
C
donkere was
Slide 20 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste was symbolen
met de hand wassen
niet wassen
mag niet in de droger
mag in de droger
Wassen op 40 graden
Slide 21 - Question de remorquage
Sleep de woorden naar de juiste strijksymbolen
lauw strijken
heet strijken
niet strijken
warm strijken
Slide 22 - Question de remorquage
Je strijkt handdoeken en theedoeken als ze ........................... zijn.
A
wel gewassen
B
niet gewassen
Slide 23 - Quiz
Voordat je kunt strijken moet de was ............ zijn
A
nat
B
droog
Slide 24 - Quiz
Als je een theedoek strijkt begin je ....................
A
bij de randen
B
in het midden
Slide 25 - Quiz
voor je kunt strijken zet je ................. een strijkplank op
A
wel
B
niet
Slide 26 - Quiz
................. staat een labeltje waarop staat hoe heet je mag strijken
A
in het wasgoed
B
op het strijkijzer
Slide 27 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Klas 2 Werkplek Roze les 2 JONGENS
Avril 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
2B Th5 B1 Je verandert oefenvragen
Avril 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Biologie
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
Les 10A: Kleding verzorgen
Novembre 2024
- Leçon avec
30 diapositives
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Les strijken
Juin 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Verzorging
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
was sorteren
Juin 2020
- Leçon avec
18 diapositives
huishoudkunde
Voortgezet speciaal onderwijs
PVB voorbereiding
Septembre 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Zorg en Welzijn
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Textiel en kleding verzorgen
Février 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Persoonlijke verzorging: scheren
Septembre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Zorg en Welzijn
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3