hst 6 paragraaf 4 "Druk"

Hst 6.4 "Druk"
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hst 6.4 "Druk"

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de druk op een ondergrond verandert bij een verandering van de grootte van het oppervlak en de grootte van de kracht.
  • Je kunt de druk van een voorwerp op een ondergrond berekenen.
  • Je kunt de eenheden van druk in elkaar omrekenen.
  • Je kunt situaties benoemen waarbij een kleine druk van belang is.
  • Je kunt situaties benoemen waarbij een grote druk van belang is.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Kracht en oppervlak
Druk hangt af van:
  • Kracht
  • Oppervlak

Slide 4 - Diapositive

Kracht en oppervlak
De druk wordt groter als:
  • De kracht groter wordt
  • Het oppervlak kleiner wordt

Slide 5 - Diapositive

Kracht en oppervlak
F is de kracht in Newton (N)
A is het oppervlak in m2

p is de druk in (N/m2) oftewel Pascal (Pa)
1 N/m2 = 1 Pa
p=AF

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Noteer de formule van druk met de bijbehorende eenheid tussen haakjes.

Slide 11 - Question ouverte

schrijf de formule om naar:
F =....
A=........

Slide 12 - Question ouverte

Op een rijplaat onder de band van een auto werkt een kracht van 36000N.
Hierdoor is de druk onder de rijplaat 2000 N/m2.
Bereken de oppervlakte van de plaat.

Slide 13 - Question ouverte

Autogordels mogen niet te smal zijn. Bij een botsing wordt je lichaam met een kracht van ongeveer 5000N in de gordels geduwd.
Het oppervlak waarmee je lichaam tegen de gordel drukt is 0,4m2.
Bereken de druk van de gordel op je lichaam.

Slide 14 - Question ouverte

Een bouwvakker metselt een muur van 6 meter lengte. De totale massa = 1,2 x 10^4 kg. De druk mag maximaal 8,0 N/cm2 zijn.
Bereken hoe breed de fundering ten minste moet zijn.

Slide 15 - Question ouverte

Fz=mg=1,210410=1,2105N
p=8,0m2N10.000=80.000m2N
A=pF=80.0001,2105=1,5m2
b=lA=6,01,5=0,25m

Slide 16 - Diapositive