Oefentoets Verpleegkunde BOL 2.4.

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Oefentoets Verpleegkunde BOL 2.4.

1.Welke factoren spelen een rol bij de beoordeling van de toerekeningsvatbaarheid van een verdachte?

1. De ernst van de psychische stoornis van de verdachte.
2. De mate waarin de psychische stoornis de gedragingen van de verdachte heeft beïnvloed.
3. De voorgeschiedenis van de verdachte op het gebied van psychische problemen.
4. Alle bovengenoemde factoren spelen een rol bij de beoordeling van toerekeningsvatbaarheid

2.Wat staat er in een begeleidingsplan?

Antwoord: Afspraken tussen de zorgvrager en de begeleider over de doelen van het begeleiden. Deze zijn gebaseerd op mogelijkheden, wensen en behoeften

3.Geef een voorbeeld van een situatie waarin forensische psychiatrie een rol kan spelen.

Een veroordeeld persoon met ernstige psychische klachten.

4. Wat houdt de delegerende stijl in?

1. De verpleegkundige schrijft voor wat iemand moet doen.
2. De verantwoordelijkheid wordt door de verpleegkundige volledig neergelegd bij de zorgvrager.
3. De verpleegkundige geeft instructies, complimenten en aanmoediging om zo de zorgvrager tot actie te laten komen
4. Alle antwoorden zijn juist

5. Wat is geen voorbeeld van therapie trouw?

1. Goed luisteren
2. Vragen stellen waardoor je schuld gevoel opwekt
3. Interesse tonen

6. Bij welk soort agressie is iemand onvoorspelbaar en snel gewelddadig?

onbeheerste agressie

7. Wat is psychofarmaca?

Geneesmiddelen die ingezet worden bij de behandeling van psychiatrische aandoeningen en psychologische problemen.

8. Welke soorten agressie zijn er?

1. Expressieveagressie, Frustratieagressie,Instrumenteleagressie,Onbeheersteagressie
2. Onbeheerste agressie, Instrumentele agressie, Frustratie agressie, passieve agressie
3. geërgerde agressie, instrumentele agressie, sociale agressie, passieve agressie
4. frustratie agressie, instrumentle agressie, frustratie agressie, boze agressie

expressieve agressie = hierbij uit een persoonzijn ongenoegen, vaak niet gericht op een andere persoon, maar mee rop bepaalde situatie of organisatie

frustratie agressie = snel en onverwacht oplopende emoties en verminderde controle

Instrumentale agressie= bewust gebruik van agressie om een bepaald doel te bereiken

onbeheerste agressie = persoon is vaak onvoorspelbaar en snel gewelddadig, realiteitszin ontbreekt. Heeft vaak te maken met een psychische ziekte of verslaving

9. Bij welk soort agressie is iemand onvoorspelbaar en snel gewelddadig?

Onbeheerste agressie

10. Wat zijn de verschillende begeleidingsstijlen?

directieve stijl= vpk schrijft voor wat iemand moet doen. Eigen inbreng is van ondergeschikt belang

overtuigende stijl= de verpleegkundige geeft instructie, complimenten en aanmoedigingen om zo de patient in actie te krijgen

participerende stijl= acceptatie is hierin belangrijk. de behoeften van de zorgvrager worden centraal gesteld

delegerende stijl= de verpleegkundige legt de verantwoordelijkheid bij de zorgvrager

11. Welke soorten behandelvormen zijn er binnen de GGZ?

Psychologische behandelmethoden

Biologische behandelmethoden zoals ECT, slaapdeprivatie, licht therapie of pschofarmaca.

Sociaal georiënteerde behandelmethoden

Complementaire therapien

12.In welk jaar is het wet verplichte ggz in gevoerd

1. 1 januari 2019
2. 31 december 2020
3. 1 juli 2021
4. 1 januari 2020

13.Welke juridische maatregel word afgegeven door de burgermeester?

crisismaatregel 

14.Praten over zelfmoord brengt mensen op ideeën

1. juist
2. Onjuist

15.Wat is triage?

het maken van inschatting van de urgentie van hulp bij iemand die suïcidaal is

16.Welke punten horen bij fase 3 volgens het schema van agressie opbouw?

1. Neem controle waar nodig
2. Gedragsinstructie: benoemen concreet gewenst gedrag
3. Voorbereiding: takenverdeling & coördinatie
4. Ondersteunen

17. Valt gevoelsreflectie onder de-escaleren of confronteren?

1. confronteren
2. de-escaleren

18.Welke neurotransmitter wordt beïnvloed door antidepressiva?

18.Welke neurotransmitter wordt beïnvloed door antidepressiva?

Serotonine en noradrenaline

19.Wat is een veelvoorkomende bijwerking van antipsychotica?

1. Gewichtstoename
2. Duizeligheid
3. Droge mond
4. alle antwoorden zijn juist

20.Wanneer is iemand ziek/ gek?

Persoon kan gedrag niet veranderen, gedrag wijkt af van sociale norm, gedrag heeft ongemak.

21.Noem een psychiatrische zorg categorie

Acute psychiatrie

Langdurige psychiatrie

Ouderen psychiatrie

kinder- jeugdpsychiatrie (verschilt per gemeente)

FACT

22.Bij sturing geven aan een client, houdt het ook in dat je beslissingen maakt voor de zorgvrager

1. Waar
2. Niet waar

23.Op welke manier een zorgvrager begeleid moet worden, kan bepaald worden vanuit zijn taakvolwassenheid. Hoeveel taakvolwassenheid combinaties zijn er?

1. 4
2. 3
3. 2
4. 1

24.Wat houd forensische psychiatrie in?

Psychiatrische patiënten die in aanraking zijn gekomen met justitie.

25.welke vorm van tbs is het zwaarst?

Tbs met dwangverpleging. 

26.Wat is wet verplichte GGZ?

regelt het verlenen van verplichte zorg aan mensen met een psychische aandoening.

27.valt het toedienen van vocht, voeding en medicijnen onder verplichte zorg?

1. Waar
2. Niet waar

28. Wat is een belangrijke bijwerking van clozapine?

1. Misselijkheid
2. Gewichtsverlies
3. Speekselvloed
4. Hoofdpijn

29. Wat is een voorbeeld van een biologische benadering rondom behandelingen?

1. ECT (electroconvulsietherapie)
2. PMT (psychomotorische therapie)
3. Creatieve therapie
4. Beeldende therapie

A. ECT = antwoord

B. PMT 

C. Creatieve therapie

D. Beeldende therapie

B-C-D vallen onder complementaire therapieen

30.Wat is de rol van de verpleegkundige tijdens het volgen van therapieen?

assisteren

observeren

rapporteren en overleggen

31.Ja`tjes vangen is een van de gesprekstechnieken van

1. confronteren
2. de-escaleren

Ja`tjes vangen

papegaaien

gevoelsreflectie

LSD 

 zijn de technieken die je kunt inzetten om een situatie te de-escaleren

32. wat is de zwaarste maatregel die opgelegd kan worden

1. TBS met voorwaarden
2. TBS met dwangverpleging

33. Een FPK(forensisch psychiatrische kliniek) valt onder

1. Justitie
2. GGZ

FPA (forensische psychiatrische afdeling)valt onder GGZ

34. Lithium is een

1. antipsychotica
2. stemmingsstabilisator
3. antidepressiva
4. anxiolitica

antipsychotica = clozapine
antidepressiva = venlafaxine

anxiolitica = diazepam

35. Noem een voorbeeld van verbale agressie

schreeuwen

schelden

dreigen

discriminerende opmerkingen

36. waar staan de letters ECT voor

elektroconvulsietherapie

37. Hoe heet het als een patiënt terugkeert in de maatschappij

1. socialisatie
2. motivatie
3. escalatie
4. resocialisatie

38. onder welke zorg valt de POH

huisartsenzorg

39. wat is de omschrijving van een directieve begeleidingsstijl?

de verpleegkundige schrijft voor wat iemand moet doen; eigen inbreng van patient is van ondergeschikt belang

40. Welk middel kan ingezet worden bij de verslaving aan heroïne?

1. wiet
2. opiaten
3. methadon

41. Wat maakt de kans voor het doen van suicide kleiner?

goede sociale omgeving

etc etc

42. waar let je op als je een patient aanspreekt op zijn agressieve gedrag?

houding

wat je zegt

43. wat is het verschil tussen homogeen en heterogeen?

homogeen: zelfde klachten

heterogeen: verschillende soorten klachten

44. waar staat de afkorting PVP voor?

1. Patiënt vertrouwens persoon
2. Patiënt vriendelijke psychiatrie
3. Psychiatrische vertrouwens persoon