Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
programma
huiswerkcontrole
voorlezen
Terugkijken beeldspraak en stijlfiguur
H1 woordenschat H1 opdr 1 en 2
Afmaken opdr 3
Nieuw opdr 4 ,5 en 6
Slide 1 - Diapositive
huiswerkcontrole
Bekijk ondertussen opdr 4, 5 en 6
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Beeldspraak
Wat is beeldspraak?
Voorbeelden?
Waarom gebruik je beeldspraak?
Slide 4 - Diapositive
Beeldspraak
Wanneer je iets zegt dat je niet letterlijk maar figuurlijk bedoelt, gebruik je beeldspraak.
Slide 5 - Diapositive
Beeldspraak
Vergelijking
Metafoor
Personificatie
Slide 6 - Diapositive
Beeldspraak
Vergelijking: Die man (object) is zo snel als de bliksem(beeld).
Metafoor: De bliksemschicht (beeld) vestigde een nieuw wereldrecord. (Object: snelle man/Usain Bolt niet genoemd)
Personificatie: De toekomstlacht hem tegemoet.
Slide 7 - Diapositive
'Zij is net een nachtegaal.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
vergelijking
B
C
metafoor
D
personificatie
Slide 8 - Quiz
'De wind huilt door de bomen.' Welke vorm van beeldspraak is dit?
A
metafoor
B
personificatie
C
metonymia
D
vergelijking
Slide 9 - Quiz
Hij is zo sterk als een beer = een metafoor. Juist of onjuist?
A
onjuist
B
juist
Slide 10 - Quiz
Stijlfiguren
Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker
Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder
Extra
Slide 11 - Diapositive
Herhaling
Hierbij wordt er gebruik gemaakt van een herhaling van woorden om datgene wat je zegt te onderstrepen.
Uur na uur bleef het stil.
Tijdens het kamp was het macaroni en nog eens macaroni wat we kregen.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Tegenstelling
We zullen samen de strijd aangaan, niet verdeeld maar samen, niet met wapens maar met woorden, niet met haat maar met liefde.
Slide 14 - Diapositive
Opsomming
Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder (uit een liedtekst van Ramses Shaffy)
Slide 15 - Diapositive
Drieslag (opsomming in drieën)
De naam zegt het al: er worden drie dingen opgesomd.
Het gaat dus om een opsomming van drie woorden, zinnen of zinsdelen.
Het is een effectieve manier om je boodschap extra krachtig en overtuigend te maken. Je kan een drieslag gebruiken aan het eind, of het begin van je tekst.
Te land, ter zee en in de lucht
ziek, zwak en misselijk
Slide 16 - Diapositive
Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.
Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.
-Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste (reclame van een advocatenkantoor)
Hij werd kwaad, woedend, nee, witheet toen hij dat zag.
Slide 17 - Diapositive
Anticlimax
Bij een anticlimax neemt de kracht of de spanning juist af.
De reeks wordt steeds zwakker.
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.
Een vriend van mij, het is meer een kennis, iemand die ik ken. Nou ja, gewoon iemand van wie ik weleens heb gehoord.
Het begrip 'anticlimax' wordt ook wel gebruikt als het einde van een verhaal, roman of film nogal teleurstellend is.
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Climax
Dit is een opsomming die naar een hoogtepunt voert.
Voorbeelden:
-Het team ging voor brons, hoopte toen op zilver, maar heeft goud gewonnen.
-Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste (reclame van een advocatenkantoor)
Slide 20 - Diapositive
Bij de kwekerij kun je tegen scherpe prijzen beuken, berken en eiken kopen.
A
Drieslag
B
Tegenstelling
C
Opsomming
D
Herhaling
Slide 21 - Quiz
In de loop naar de verkiezingen bleek maar weer eens: veel geschreeuw, maar weinig wol.