1.1 Ontdek je binnenste

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

 1.1 Ontdek je binnenste

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen hoe je lichaam er vanbinnen uitziet.
• Je kunt uitleggen wat organen en orgaanstelsels zijn.
• Je kunt uitleggen uit welke onderdelen organen zijn opgebouwd.
• Je kunt uitleggen hoe orgaanstelsels samenwerken.

Wat zit er in je lichaam?

Bestaat uit organen

Allemaal een eigen taak

Wat is de taak van de organen hiernaast?

Orgaanstelsel: groep samenwerkende organen

Skelet

Beenderstelsel

Taak: ?

Skelet

Beenderstelsel

Taak: stevigheid geven aan je lichaam

Verteringsstelsel

Hier gaat je eten doorheen 

Van mond tot kont

Taak: ?

Verteringsstelsel

Hier gaat je eten doorheen 

Van mond tot kont

Slokdarm, maag, darmen, anus

Taak: voedsel klein maken, 

dat noem je verteren

Ademhalingsstelsel

In- en uitademen

Taak:?

Ademhalingsstelsel

In- en uitademen

Taak: zuurstof opnemen uit de lucht en in het lichaam krijgen

Bloedvatenstelsel

Je hart en je bloedvaten

Bloed gaat door het lichaam

Taak: ?

Bloedvatenstelsel

Je hart en je bloedvaten

Bloed gaat door het lichaam

Taak: vervoer van voedingsstoffen en zuurstof naar alle delen van je lichaam

Bij welk orgaanstelsel hoort je maag?

1. Beenderstelsel
2. Bloedvatenstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel

Van welk orgaanstelsel is de taak om stevigheid te geven aan je lichaam?

1. Bloedvatenstelsel
2. Beenderstelsel
3. Ademhalingsstelsel
4. Verteringsstelsel

Wat is de taak van het bloedvatenstelsel?

Bouwstenen

Alle organen zijn gemaakt van cellen

Cellen zijn de bouwstenen van ons lichaam

Ze zijn enorm klein

Allemaal een eigen vorm en taak, dat hangt af van waar ze voor nodig zijn

Dieren cel

Celmembraan: toegangspoort 

Celkern: regelt wat er gebeurt

Cytoplasma: dikke vloeistof in de cel

Soorten cellen

Een groepje cellen van hetzelfde soort is een weefsel

Hersenen: hersenweefsel met hersencellen

Longen: longweefsel met longcellen

Darmen: darmweefsel met darmcellen

enzovoort

Je lichaam van groot naar klein

Een organisme

Je lichaam bestaat uit orgaanstelsels

Elk orgaanstelsel bestaat uit organen

Elk orgaan bestaat uit weefsels

Elk weefsel bestaat uit cellen

Kan je cellen zien?

1. Ja, altijd
2. Ja, alleen met een vergrootglas
3. Ja, alleen met een microscoop
4. Nee, helemaal nooit

Waar of niet?
Ieder dier heeft maar 1 soort cellen

1. Waar
2. Niet waar

Huiswerk in je agenda

Bestudeer blz. 9 t/m 15.

Maken + nakijken opdr. 1 t/m 8 en 13 t/m 15.

Tekenopdracht

In 2-tallen

Teken elkaar (op A3-papier)

Teken hierin vervolgens de organen die in je boek staan

Schrijf de namen van de organen er bij (in de organen, of met een lijntje)

Tekening lever je bij mij in