Werken in een magazijn

Werken in een magazijn
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Management en organisatiePraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Werken in een magazijn

Slide 1 - Diapositive

Werken in een magazijn
De les gaat over werken in een magazijn.
  1. Wat voor soort magazijnen zijn er.
  2. Wat doet een orderpicker.
  3. Transportmiddelen in de logistiek.
  4. mp vragen en video's

Slide 2 - Diapositive

Magazijn

Slide 3 - Carte mentale

Hoeveel soort magazijnen zijn er?
A
1
B
8
C
2
D
verschilt per sector.

Slide 4 - Quiz

Twee soorten magazijnen
Een distributiecentrum: Hier worden goederen opgeslagen voor verdere transport. Bv. Zaland
Een productiemagazijn: Hier worden losse grondstoffen/materiaal tot een eindproduct gefabriceerd. Bv. fabrikant van hondenbrokken.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Hoe komen de orders binnen bij de orderpicker?
A
Er wordt een order aangemaakt
B
Via een semafoon
C
Via een koptelefoon
D
Via de zakelijke app

Slide 7 - Quiz

Wat vond de meneer fijn aan werken in een magazijn?

Slide 8 - Question ouverte

Hoeveel winkels heeft Action in Europa?
A
80
B
560
C
1700
D
2000

Slide 9 - Quiz

In welke stad staat dit distributiecentrum van Actio?

Slide 10 - Question ouverte

Wat voor soort magazijn is dit van de Action?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

De jongedame moet haar haren vastdoen in het magazijn. Waarom is dat?
A
Zodat ze niet in een machine komt vast te zitten.
B
Zodat er geen haren in de grondstoffen terecht mogen komen.
C
Dat is een CAO regel voor Logistiek.
D
Dat is professioneler.

Slide 13 - Quiz

De magazijnmedewerkers hoefden de haren niet vast te maken. Waarom niet?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een europallet?
A
Een pallet die je alleen in euro's kan betalen.
B
Een pallet die in de EU in logistiek wordt gebruikt.
C
Een pallet speciaal voor een Euroheftruck.
D
Een pallet van Europees dennenhout.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Vanaf welke leeftijd mag je de vorkheftruck besturen?
A
18 jaar.
B
21 jaar.
C
Dat maakt niet uit zolang je het certificaat hebt.
D
16 jaar.

Slide 17 - Quiz

Vanaf welke leeftijd mag je onder toezicht een vorkheftruck besturen?
A
14 jaar.
B
16 jaar.
C
17 jaar.
D
13 jaar.

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Welke verschillen zie jij tussen de twee transportmiddelen?

Slide 21 - Question ouverte

Vorkheftruck vs. Reachtruck
  1. Met een vorkheftruck kun je wel buiten rijden, met een reachtruck niet.
  2. Een vorkheftruck heeft dikkere banden met profiel. Een reachtruck heeft gladde banden.
  3. Een reachtruck is erg wendbaar en goed door smalle ruimtes rijden.
  4. Met een reachtruck kun je heel hoog reiken.

Slide 22 - Diapositive

In wat voor soort magazijn zijn de dames in filmpje 2?

Slide 23 - Question ouverte

Op welke manier krijgt de orderpicker in dit filmpje de orders binnen?
A
Op een pakbon.
B
Met de koptelefoon.
C
Op een scanapparaat.
D
Via de zakelijke app.

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive