breuken en meten
1 / 16
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
kies uit <, > of =
1/12 ....... 3/48
1/12 ....... 3/48
Slide 4 - Question ouverte
Reken uit en vereenvoudig
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)
Slide 5 - Question ouverte
4/5 - ....... = 1/20
Slide 6 - Question ouverte
32/9 : 8 = (gebruik /)
Slide 7 - Question ouverte
5/9 deel van 90
Slide 8 - Question ouverte
hoeveel zit er ongeveer in een emmer
A
5 kilo
B
10 kilo
C
10 liter
D
5 liter
Slide 9 - Quiz
ongeveer hoe hoog is een flatgebouw van 5 verdiepingen. ...m
Slide 10 - Question ouverte
Wat is de oppervlakte van figuur 1? ...cm3
Slide 11 - Question ouverte
1500dm2=.....dam2
Slide 12 - Question ouverte
een aquarium is 70 cm lang, 5 dm breed en 0,6 m hoog. Wat is de inhoud in liters? .....l
Slide 13 - Question ouverte
15m3 = ......cm3
Slide 14 - Question ouverte
op dit verkeersbord staat dat een vrachtwagen niet meer dan 3,5 ton mag wegen. Hoeveel kg is 3,5 ton? ....kg
