engels

wat betekent (to) fail?
A
voldoende halen
B
leren voor
C
onvoldoende halen
D
leren
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

wat betekent (to) fail?
A
voldoende halen
B
leren voor
C
onvoldoende halen
D
leren

Slide 1 - Quiz

wat weet je al voor engelse woorden?

Slide 2 - Question ouverte

I always eat an apple in the break at school.
wat betekent break
A
breken
B
pauze
C
helpen
D
weggaan

Slide 3 - Quiz

welke rangtelwoorden ken je al.
voorbeeld: sixth

Slide 4 - Question ouverte

wat betekent notebook in het engels
A
agenda
B
bureau
C
kunst
D
schrift

Slide 5 - Quiz

hoe heet classroom in het nederlands
A
klaslokaal
B
lesrooster
C
lo

Slide 6 - Quiz

welke schoolvakken heb je in het engels

Slide 7 - Question ouverte

wat betekent art?
A
tekenen
B
geschiedenis
C
biologie
D
kunst

Slide 8 - Quiz

i don´t like to do chores
wat betekent chores?
A
huiswerk
B
schrijven
C
klusjes
D
opruimen

Slide 9 - Quiz

wat betekent staff room
A
kledingkast
B
personeelskamer
C
toiletten
D
opbergkast

Slide 10 - Quiz

waar hebben wij meestal engels
A
the first floor
B
ground floor
C
second floor

Slide 11 - Quiz

wat betekent easier
A
makkelijk
B
moeilijker
C
weghalen

Slide 12 - Quiz

wat betekent (to) fail ookal weer

Slide 13 - Question ouverte

welk vak vind je het stomste
(het moet wel in het engels)

Slide 14 - Question ouverte