Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Taal, thema 8, les 16 en 17
- zelfstandige naamwoorden met alleen een enkelvoud of alleen een meervoud
- bijvoeglijke naamwoorden met/zonder -e
1 / 19
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
19 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
- zelfstandige naamwoorden met alleen een enkelvoud of alleen een meervoud
- bijvoeglijke naamwoorden met/zonder -e
Slide 1 - Diapositive
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op:
potloden
Slide 2 - Question ouverte
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op:
game
Slide 3 - Question ouverte
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op:
stenen
Slide 4 - Question ouverte
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op:
oorbel
Slide 5 - Question ouverte
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op: film
Slide 6 - Question ouverte
Schrijf van het volgende woord het enkelvoud en het meervoud op: rozen
Slide 7 - Question ouverte
Schrijf op of het zn alleen een ev, alleen een mv of een ev en mv heeft:
sterren
Slide 8 - Question ouverte
Schrijf op of het zn alleen een ev, alleen een mv of een ev en mv heeft: heelal
Slide 9 - Question ouverte
Schrijf op of het zn alleen een ev, alleen een mv of een ev en mv heeft: hersens
Slide 10 - Question ouverte
Schrijf op of het zn alleen een ev, alleen een mv of een ev en mv heeft: zand
Slide 11 - Question ouverte
Schrijf op of het zn alleen een ev, alleen een mv of een ev en mv heeft: sla
Slide 12 - Question ouverte
Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?
Het is wel een ... beestje. (oud)
Slide 13 - Question ouverte
Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?
Hij heeft een ... motor. (sterk)
Slide 14 - Question ouverte
Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?
Ik heb liever een ... apparaat. (stil)
Slide 15 - Question ouverte
Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?
Met een ... motor. (zuinig)
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf de woordgroep (lidw - bn - zn) op:
Ze woont in een ... huis. (gezellig)
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf de woordgroep (lidw - bn - zn) op:
Ze zet twee ... potten thee. (groot)
Slide 18 - Question ouverte
Schrijf de woordgroep (lidw - bn - zn) op:
Ik krijg altijd een ... cadeautje. (zelfgemaakt)
Slide 19 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Het bijvoeglijk naamwoord
Juin 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Het bijvoeglijk naamwoord
Octobre 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Taal, thema 8 les 2 en 16
Juin 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Taal, thema 8 les 2 en 16
Juin 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6
Het bijvoeglijk naamwoord V2
Novembre 2024
- Leçon avec
18 diapositives
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
klas 3 bijvoeglijk nw chapitre 1 GL
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
L'adjectif
Avril 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hv2 H4 Spelling
Avril 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2