Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Verhoudingstabellen
Doelen:
- je leert werken met verhoudingen
- je leert rekenen in een verhoudingstabel
uitleg
zelfstandig werken
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Een auto verbruikt 10 liter benzine voor 200 kilometer. De verhouding is dan:
A
200 staat tot 10
B
10 staat tot 20
C
10 staat tot 200
D
20 staat tot 10
Slide 3 - Quiz
De verhouding 10 staat tot 200 kun je opschrijven als
A
10:200
B
10:20
C
1:200
D
10:2
Slide 4 - Quiz
De verhouding 10 : 200 kun je ook schrijven als
A
1:2
B
10:20
C
10:2
D
1:20
Slide 5 - Quiz
Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 7 liter benzine?
Slide 6 - Question ouverte
Op 1 liter benzine rijdt een scooter gemiddeld 25 km. De scooter rijdt gemiddeld 1 op 25. Hoeveel rijdt de scooter gemiddeld op 45 liter benzine?
A
1125
B
70
C
625
D
20
Slide 7 - Quiz
Joris heeft groene verf nodig. Hiervoor mengt hij blauwe en gele verf in de verhouding 1 : 2. a) Leg uit wat deze verhouding betekent. b) Hoeveel liter gele verf is nodig bij 3 liter blauwe verf? c) Hoeveel liter gele verf is nodig bij 5 liter blauwe verf?
Slide 8 - Question ouverte
Slide 9 - Diapositive
Maak opgave 8 van blz 210 uit je leerboek. Stuur het in als je klaar bent.