De meest belangrijke quiz van dit jaar

De belangrijkste quiz van dit jaar!
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositive de texte et 10 vidéos.

Éléments de cette leçon

De belangrijkste quiz van dit jaar!

Slide 1 - Diapositive

Wat is de vlag van Limburg?
A
Linksboven
B
Rechtsboven
C
Linksonder
D
Rechtsonder

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen een 'halfum' en een 'sjoes'?
A
Meer donker bier in de halfum
B
Meer donker bier in de sjoes
C
Geen donker bier in de sjoes

Slide 3 - Quiz

Wat is Venlo?
A
Stedje van Duitsers en beer
B
Stedje van Vastelaovend en van meer
C
Stedje van lol en plezeer
D
Stedje van appels en peer

Slide 4 - Quiz

Welke bekende Venlonaar zie je hier?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is hieringslaaj?
A
Haringsalade
B
Haringslag
C
Hagelslag
D
De haring van de tent in de grond slaan

Slide 6 - Quiz

Wat is een ander Limburgs woord voor kruumelvlaai?
A
Abrikozenvlaai
B
Riestevlaai
C
Kersenvlaai
D
Bottervlaai

Slide 7 - Quiz

Wat is een kalde schottel?
A
Koud bord
B
Huzarensalade
C
Slee
D
Ijsvlaai

Slide 8 - Quiz

Wat is een kwestie van geduld?
A
Tot sint mijn schoenen vult
B
Tot heel Holland Limburgs lult
C
Tot je valt met een bult
D
Tot je alle vakken hebt gevuld

Slide 9 - Quiz

Wat is "op de joets goan"?
A
Op de fiets gaan
B
Vallen
C
Op stap gaan
D
Voorschut staan

Slide 10 - Quiz

Wat is een täötje?
A
Speentje
B
Iemand die dronken is
C
Thee
D
Plastic tasje

Slide 11 - Quiz

Welke bekende voetbalster komt uit Limburg?
A
Vivianne Miedema
B
Lieke Martens
C
Danielle van der Donk
D
Jackie Groenen

Slide 12 - Quiz

Welke bekende Nederlander komt uit Venlo?
A
Huub Stapel
B
Geert Wilders
C
Jack Poels
D
Chantal Janzen

Slide 13 - Quiz

Wat betekent "Ik bin groëts op ug"?
A
Ik ben groter dan jullie
B
Ik ben jaloers op jullie
C
Ik ben beter dan jullie
D
Ik ben trots op jullie

Slide 14 - Quiz

Wanneer wordt het Vastelaoves seizoen ingeluid?
A
11 november
B
10 oktober
C
carnavalszaterdag
D
de woensdag voorafgaand aan carnaval

Slide 15 - Quiz

Welke snack komt uit Venlo?
A
Frietei
B
Gehaktstaaf
C
Klojo
D
Frikandellenvlaai

Slide 16 - Quiz

Hoe noemen we de woensdag na Vastelaovend?
A
Boerebroelof
B
Aswoensdaag
C
De optocht
D
De boetezitting

Slide 17 - Quiz

Hoeveel weken 'vaste' we na de Vastelaovend tot aan Pasen?
A
5 weken
B
6 weken
C
7 weken
D
8 weken

Slide 18 - Quiz

Wat wordt er, tradisiegetrouw, gepot voor de boerebroelof?
A
Andievie
B
Wortelestamp
C
Boeremoos

Slide 19 - Quiz

Wat krijg je als je 'un sneeuwwitje' besteld?
A
Beer met cola
B
Beer met sinas
C
Beer met 7-up

Slide 20 - Quiz

Wat is een 'ingketste'?
A
Eekhoorntje
B
Muisje
C
Vlindertje

Slide 21 - Quiz

Wat betekend 'span herres!'?
A
Hoor!
B
Zie!
C
Kijk!
D
Luister!

Slide 22 - Quiz

Wat betekend 'un schölkske'?
A
schoen
B
schort
C
jas
D
schouder

Slide 23 - Quiz

0

Slide 24 - Vidéo

Maak aaf..
A
Daor kinse altied geneete
B
dich kin ik toch noeijts vergaete
C
Gen stad kin met Venlo maete

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Vidéo

Maak aaf..
A
Truuk nao ut stedje van plezeer
B
Truuk nao ut stedje van weleer
C
Truuk nao ut zuuje haer

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

Maak aaf..
A
Dans de ganse tied met mich
B
Dans de ganse daag met mich
C
Dans de ganse nach met mich

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Maak aaf..
A
Cente
B
Kriebels
C
Penninge

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Vidéo

Maak aaf..
A
Kiek nao baove
B
Kiek ze straole
C
Lach nao baove

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo

Maak aaf..
A
Want vastelaovend kump vandaag veur d'n daag
B
De vastelaovend is veur os je van het.
C
Want al ut gooije kump vandaag veur d'n daag

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Vidéo

Maak aaf..
A
Waat plezeer blief bringe
B
Waat joeks blief bringe..
C
Waat vastelaovend blief bringe

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Vidéo

Maak aaf..
A
Of se steis of deste rens
B
Of ze leejs of deste zits
C
Of se rens of deste steis

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Vidéo

Maak aaf..
A
Ut is neet det ik dich iets verwiet
B
Ut is neet det ik dich niks verwiet
C
Ut is neet des dich mich iets verwiets

Slide 41 - Quiz

Slide 42 - Vidéo

Maak aaf..
A
Dao wach de volle maon
B
Daor wach de veurjaorszon
C
Dao wach en blief ik staon

Slide 43 - Quiz

Hoeveel mensen in Nederland vieren carnaval of vastelaovend?
A
1.2 miljoen
B
1.4 miljoen
C
1.5 miljoen
D
1.7 miljoen

Slide 44 - Quiz

Wat betekend 'aevel'?
A
omdat
B
want
C
dus
D
maar

Slide 45 - Quiz

Hoeveel liter bier wordt er gedronken tijdens de vastelaovend?
A
7 miljoen
B
8 miljoen
C
9 miljoen
D
10 miljoen

Slide 46 - Quiz

Hoeveel officiële carnavalsverenigingen telt Nederland?
A
175
B
250
C
275
D
350

Slide 47 - Quiz

Hoeveel geld geeft de gemiddelde vastelaovendsvierder uit tijdens deze dagen?
A
160 euro
B
180 euro
C
200 euro
D
220 euro

Slide 48 - Quiz

Hoeveel procent van de mensen meldt zich ziek na het vieren van vastelaovend?
A
10%
B
12%
C
15%
D
18%

Slide 49 - Quiz