Verdienen en uitgeven hoofdstuk 2

Klaslokaal experiment
13 februari
10.30/12.30/15.30
Gevangenisdilemma. 
Spel + kennisquiz
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Klaslokaal experiment
13 februari
10.30/12.30/15.30
Gevangenisdilemma. 
Spel + kennisquiz

Slide 1 - Diapositive

Verdienen en uitgeven
Hoofdstuk 2

Slide 2 - Diapositive

Vragen??
hoofdstuk 1

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Hoe werkt de economische kringloop en welke formules horen erbij?

Slide 4 - Diapositive

BBP = Nationaal inkomen

Slide 5 - Diapositive

Economische kringloop (eenvoudig)

Slide 6 - Diapositive

Economische kringloop
= C
= Y
= S
= I

Slide 7 - Diapositive

Inkomensevenwicht
EV= W = Y
De voorgenomen bestedingen = de productie = het inkomen.

Slide 8 - Diapositive

Economische kringloop
= C
= Y
= S
= I
W = Y
W = C + I
Y = C + I
Y = C + S
C + S = C + I
S = I

Slide 9 - Diapositive

LET OP HET ZIJN GELDSTROMEN!!!

Slide 10 - Diapositive

Economische kringloop (formules)
  • Y = C + B  + S                        
  • Y = C + I + O + E - M           
  • particulier spaarsaldo = S - I
  • overheidssaldo              = B - O
  • nationaal spaarsaldo  = (S - I) + (B-O)
  • saldo buitenland           = E - M (saldo lopende rekening betalingsbalans)
  • (S - I) + (B - O) = (E - M)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Economische kringloop
  • gaat over bestedingen
  • tussen 5 economische sectoren (gezinnen, bedrijven, financiële instellingen, overheid en buitenland)
  • het is een vereenvoudigde weergave van de geldstromen tussen deze sectoren (geen stromen van goederen, diensten en productiefactoren)
  • voor elke sector geldt: ingaande geldstroom = uitgaande geldstroom

Slide 13 - Diapositive

Gezamenlijk maken
2.13

Slide 14 - Diapositive

Formules  die horen bij kringloop?
  • Y = C + B + S
  • Y = C + I + O + E - M
  • particulier spaarsaldo = S - I
  • overheidssaldo = B - O
  • nationaal spaarsaldo = (S - I) + (B-O)
  • saldo buitenland = E - M (saldo lopende rekening betalingsbalans)
  • (S - I) + (B - O) = (E - M)

Slide 15 - Diapositive

Klaslokaal experiment
13 februari
10.30/12.30/15.30
Gevangenisdilemma. 
Spel + kennisquiz

Slide 16 - Diapositive

Maken in de les
2.4, 2.5, 2.6

Slide 17 - Diapositive