1. SPEL + MONOLOOG - Impro + bestaande monoloog (deel 1)

1. Impro + bestaande monoloog






Theaterles Stad & Esch
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
TheaterMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

1. Impro + bestaande monoloog






Theaterles Stad & Esch

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel & planning
Lesduur: 2 lesuren
Leerdoel:
3KDR: je oefent je spelvaardigheden door te improviseren en experimenteren.
4KDR: je leert hoe je een bestaande monoloog tot leven brengt.

Planning:
  1. Improvisatie opdrachten
  2. Introductie Hamlet
  3. 3KDR: spelopdracht
  4. 4KDR: bestaande monoloog uitkiezen

Slide 2 - Diapositive

Huiswerk: impro voorbereiden
In tweetallen:


Slide 3 - Diapositive

Theatersport: inspringspel
Kring
  • In het midden start een scène.
  • Iemand klapt, de acteurs bevriezen.
  • Je neemt een persoon over
  • Start een nieuwe scène!

Slide 4 - Diapositive

Theatersport: draaideur
Vier spelers in een vierkant.
De voorste twee spelen een scène.
De spelers draaien.
We kiezen een: 
  • locatie
  • relatie
  • gekke hobby
  • openingszin.




Variant: soap met groot spel, overdreven emoties en cliffhanger

Slide 5 - Diapositive

Beginzin in scène
  • Tweetallen
  • Je krijgt een kaartje met beginzin.
  • Maak een korte scène van 1 minuut.




Slide 6 - Diapositive

3KDR

Slide 7 - Diapositive

Wat moet je als acteur weten om een monoloog goed te spelen?

Slide 8 - Carte mentale

Wat weet je van Shakespeare?

Slide 9 - Carte mentale

Slide 10 - Diapositive

Context: Hamlet - Shakespeare
  1. Hamlet's vader wordt vermoord
  2. Hij komt te weten dat zijn oom Claudius, die op de troon is gekomen, de moordenaar is
  3. Zijn moeder trouwt kort na de dood van zijn vader met Claudius
  4. De geest van zijn vader verschijnt aan hem en vertelt hem alles
  5. Hamlet speelt zijn eigen waanzin. Hij twijfelt wat te doen...
  6. Zijn liefde met Ophelia loopt stuk, zijn hart breekt.
  7. Hamlet wil eigenlijk vluchten uit deze slechte wereld....

Daarna komt de monoloog 'To be or not te be'.

    Slide 11 - Diapositive

    Interpretatie
    1. Hoe voelt Hamlet zich denk je?
    2. Wat wil hij vertellen met zijn monoloog?
    3. Waar twijfelt Hamlet over in deze monoloog?
    4. Hoe zou je deze monoloog spelen?

    Slide 12 - Diapositive

    Slide 13 - Vidéo

    Slide 14 - Vidéo

    Slide 15 - Lien

    4KDR

    Slide 16 - Diapositive

    Bestaande monoloog analyse
    Speel de monoloog voor een ander (tekst in hand).
    Bespreek de volgende vragen:

    1. Wat is het thema?
    2. Wat wil het personage bereiken?
    3. Welke kenmerken van het personage zie je in de monoloog?

    Slide 17 - Diapositive

    Bestaande monoloog oefenen
    Repeteer 15 regels van de monoloog. Let op: uit het hoofd!
    • Inleving/emotie
    • Tekstbehandeling
    • Details/visualiseren
    • Mise-en-scène & vormgeving

                Presentatie & persoonlijke feedback

    Slide 18 - Diapositive

    Presenteren / voortgang
    • 3KDR: presenteren spelscène.
    • 4KDR: welke monoloog heb je gekozen?

    Slide 19 - Diapositive