VWO 3 H1 paragraaf 1.3.

1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Budgetteren?

Slide 5 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
      Leerdoelen
Leerdoelen:

  • Je kunt uitleggen wanneer en hoe een budgetlijn verschuift.
  • Je kunt een budgetlijn tekenen in een grafiek.
  • Je kunt uitleggen hoe een budgetlijn inzicht geeft in de keuzes die je kunt maken.

Slide 6 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Budgetkeuzes vergelijken
Budgetlijn: lijn in een grafiek die aangeeft hoeveel je van elk van twee producten kunt kopen met een gegeven budget en gegeven prijzen


Slide 7 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


-Je kunt een budgetlijn aflezen en begrijpen

TBudgetlijn= Grafische weergave van keuze bij een bepaald budget

Model= Versimpeling van de werkelijkheid

Budgetset= Alle mogelijke keuzes binnen jouw budget


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt berekeningen uitvoeren met een budgetfunctie

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
Fabian is in de dierenwinkel op zoek naar waterplantjes voor zijn aquarium. Hij ziet twee planten die hij graag wil hebben. De ene is rood en kost € 2,70 per stuk en de ander is groen en kost € 3,40 per stuk. Zijn budget is € 15.

Slide 10 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
a) Hoeveel rode waterplanten kan Fabian maximaal kopen van zijn budget?

Hint:
Hoeveel keer kan Fabian € 2,70 uitgeven met een budget van € 15?

Slide 11 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
a) Hoeveel rode waterplanten kan Fabian maximaal kopen van zijn budget?

Antwoord:
€ 15 ÷ € 2,70 = 5,56. Hij kan maximaal vijf rode waterplanten kopen.

Slide 12 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
b) Stel de formule op voor deze budgetlijn.

Hint:
M = PxX + PyY

Slide 13 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
b) Stel de formule op voor deze budgetlijn.

Antwoord:
M = PxX    + PyY
15 =2,70x + 3,40y 

Slide 14 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 25 blz 25
c) Fabian koopt drie rode waterplanten. Hoeveel groene waterplanten kan hij nog kopen?

Hint:
Fabian is 3 × € 2,70 kwijt. Hoeveel groene planten van € 3,40 kan hij nog kopen van zijn budget van € 15?

Slide 15 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
c) Fabian koopt drie rode waterplanten. Hoeveel groene waterplanten kan hij nog kopen?

De rode waterplanten kosten samen: € 2,70 × 3 = € 8,10
Budget wat over is voor de groene waterplanten: € 15 – € 8,10 = € 6,90.
€ 6,90 ÷ € 3,40 = 2,03. Hij kan nog twee groene waterplanten kopen.
OF: € 15 – (€ 3 × € 2,70) ÷ € 3,40

Slide 16 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
d) Bereken hoeveel budget Fabian nodig heeft voor deze minimumhoeveelheid waterplanten.

Hint:
3 × € 3,40 + 4 × € 2,70

Slide 17 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
d) Bereken hoeveel budget Fabian nodig heeft voor deze minimumhoeveelheid waterplanten.

Antwoord:
€ 2,70 × 4 + € 3,40 × 3 = € 21

Slide 18 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Maken opgave 26,27,28 (blz 25)
timer
15:00

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je kunt een budgetlijn tekenen in een grafiek

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld 
Opgave 29 blz 26
a) Bereken hoeveel spinninglessen je maximaal kunt volgen als je geen crossfit doet.

Hint:
Hoeveel lessen van € 3,50 kun je kopen met een budget van € 30?

Slide 22 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 29 blz 26
a) Bereken hoeveel spinninglessen je maximaal kunt volgen als je geen crossfit doet.

Antwoord:
€ 30 ÷ € 3,50 = 8,57. Je kunt dus maximaal 8 spinninglessen volgen.

Slide 23 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 29 blz 26
b) Bereken hoeveel lessen crossfit je maximaal kunt volgen als je geen spinninglessen volgt.

Hint:
Hoeveel lessen van € 4,50 kun je kopen met een budget van € 30?

Slide 24 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 29 blz 26
b) Bereken hoeveel lessen crossfit je maximaal kunt volgen als je geen spinninglessen volgt.

Antwoord:
€ 30 ÷ € 4,50 = 6,67. Je kunt dus maximaal 6 crossfit lessen volgen.

Slide 25 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 
Opgave 29 blz 26
c) Teken de budgetlijn in de grafiek.

Hint:
Zet op de y-as de uitkomst van vraag a. Zet op de x-as de uitkomst van vraag b. Verbind deze twee punten en je hebt de budgetlijn.

Slide 26 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Voorbeeld 

Slide 27 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Maken 30,31 (blz 26/27)
timer
15:00

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je snapt wanneer er een verschuiving plaatsvindt van de budgetlijn

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken 32,33,34 (blz 28/29)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen
Budgetlijn
Budgetset
Model

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Opgave 26,27,28 (blz 25)
Opgave 30,31 (blz 26/27)
Opgave 32,33,34 (blz 28/29)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderverdeling behoeften

Slide 33 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Wat is de secundaire behoefte?
A
Eten
B
Huis
C
Horloge
D
Kleding

Slide 34 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Wat voor soort behoefte is een fiets?
A
Primaire behoefte
B
Secundaire behoefte
C
Normale behoefte
D
Luxe behoefte

Slide 35 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Aan de slag
Checklist:
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.

Slide 36 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 37 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 38 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

    Begrippen uit deze les
  • ...
  • ...
  •  ...

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Exit ticket

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions