Place of adverbs en afronding unit 5

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Place of adverbs en afronding unit 5

Slide 2 - Diapositive

Huishoudelijke mededeling
- mentorles 
- hoe gaat het in de klas?

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les 
Weet je wat adverbs zijn en waar ze in de zin horen
hebben we hoofdstuk 5 afgerond

Slide 4 - Diapositive

Today
Huiswerkcontrole
Adverbs
Aan de slag
Afronding unit 5

Slide 5 - Diapositive

Huiswerkcontrole
p. 66 opdr 23 t/m 28
p. 74 opdr 37 en 38
p 82 opdr 51 t/m 54

Slide 6 - Diapositive

Uitleg: adverbs (bijwoorden)
  1. Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord.
  2. Bijwoorden zijn woorden zoals: probably/really/just/always/never/ussually/still
  3. Bijwoorden staan: vóór het hoofdwerkwoord.
                                            ná am/is/are/was/were.
                                            ná am not/ isn't/ aren't/ wasn't/ weren't.


Slide 7 - Diapositive

place of adverbs
* Voor het hoofdwerkwoord
   (main verb)


Slide 8 - Diapositive

Adverbs (bijwoorden)
  1. Bijwoorden zeggen iets over een werkwoord.
  2. Bijwoorden zijn woorden zoals: probably/really/just/always/never/usually/still

Lees de volgende zinnen en kies de juiste plek van het bijwoord.

Slide 9 - Diapositive

Waar staat het bijwoord?

The badminton team always meets at 12:30.
A
vóór het werkwoord
B
ná het werkwoord van 'to be'
C
ná 'to be' + 'not'

Slide 10 - Quiz

Waar staat het bijwoord?

I'm always on time.
A
vóór het werkwoord
B
ná 'to be' + not
C
ná het werkwoord van 'to be'

Slide 11 - Quiz

Waar staat het bijwoord?

They aren't usually this late.
A
vóór het werkwoord
B
ná het werkwoord van 'to be'
C
ná 'to be' + 'not'

Slide 12 - Quiz

Aan de slag 
Vanaf blz 84
opdr 55 tot en met t/m 62 

Slide 13 - Diapositive