Ziekten zenuwstelsel

Ziekten v.h. zenuwstelsel
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ziekten v.h. zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ander woord voor tremoren is beven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De ziekte van parkinson wordt veroorzaakt door
het plaatselijk verdwijnen van de isolatieschede (myelineschede) van de zenuwvezels in de hersenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lopen met grote passen is een symptoom van de ziekte van Parkinson.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

depressie is een veel voorkomende complicatie bij Parkinson
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is ziekte van Parkinson een chronische ziekte?
A
JA
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zorgvragers met de ziekte van Parkinson kunnen in een latere fase last krijgen van obstipatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De therapie bij de ziekte van parkinson kan o.a. bestaan uit logopedie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte van Parkinson
Wat is het?

Wat zijn symptomen?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Epilepsie

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken epilepsie
  • Bij meer dan de helft van de mensen met epilepsie is de oorzaak onbekend.
  • Bij mensen op latere leeftijd is de oorzaak relatief vaak een hersenbeschadiging die is ontstaan door een hersenaandoening, zoals een herseninfarct of een hersenbloeding.
  • Andere hersenaandoeningen (tumoren, ontstekingen)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een aantal filmpjes van de verschillende aanvallen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Focale aanval met verminderde gewaarwording

Slide 16 - Vidéo

Focale aanval met intacte gewaarwording

Slide 17 - Vidéo

Tonisch-clonische aanval, de meest bekende maar niet de meest voorkomende

Slide 18 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

NAH
reader (en filmpje)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

CVA

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent CVA
A
Cerebro vasovagaal accident
B
Cerebro vasculair accident
C
Circulatoir vasculair accident
D
Circulatoir vasculair account

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een risicofactor voor een CVA?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Multiple Sclerose (MS)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MS/ALS zijn:
A
Spierziekten
B
Ziekten van het zenuwstelsel

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij MS treed een beschadiging op van:
A
Receptoren
B
Neuronen
C
Myelineschede
D
Neurotransmitters

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Mensen met MS kunnen problemen ontwikkelen met de blaas. Wat is een goed advies?
A
Meer gaan drinken
B
Minder gaan drinken
C
Extra drinken en Op vaste tijdstippen naar het toilet
D
Op vaste tijdstippen naar het toilet en voldoende drinken

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions