Week 47 les 1 spelling blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Nederlands

Lezen

Spelling: werkwoorden en verkleinwoorden

Lezen

Nakijken: werkwoordspelling

Verkleinwoorden

- Een verkleinwoord is altijd een zelfstandig naamwoord.
- Verkleinwoorden zijn altijd het-woorden.
- Er zijn vijf uitgangen die een verkleinwoord kan hebben:
-je, -tje, -etje, -pje, -kje

Verkleinwoorden

Bij de meeste woorden voeg je -je, -tje of -pje toe.

Bij woorden die eindigen op -ng schrijf je -nkje of -etje.

Bij woorden die eindigen op een lange klank, verdubbel je de klinker.

Bij woorden die eindigen op een -i, schrijf je ietje.

Bij woorden die eindigen op -y na een medeklinker of op -u (uitgesproken als oe), schrijf je ’tje met apostrof.

Bij afkortingen met letters of cijfers schrijf je ’je of ’tje (met apostrof).

Wat is het verkleinwoord van tosti?

1. tostietje
2. tosti'tje
3. tostie'tje
4. tostitje

Wat is het verkleinwoord van kano?

1. Kano'tje
2. Kanotje
3. Kanoo'tje
4. Kanootje

Wat is het verkleinwoord van display?

1. display'tje
2. displaytje

1. stemmetje is het verkleinwoord van stem.
2. blaadje is het verkleinwoord van blad.

1. 1 = goed 2 = niet goed
2. 1= niet goed 2 = goed
3. 1 = goed 2 = goed
4. 1 =niet goed 2 = niet goed

Noteer het verkleinwoord:

brug

Noteer het verkleinwoord:

auto

Noteer het verkleinwoord:

ketting

Wat is het verkleinwoord van
tv?

Spelling: maken

opdracht 1: blz. 21 - 22 (verkleinwoorden)

opdracht 2: blz. 23 (dicteewoorden)