Benjamin the Bunny

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Welcome

In deze les ga je steeds een klein stukje lezen uit het verhaal van 'Benjamin Bunny'. Na elk stukje tekst volgen 2 of 3 vragen over die tekst.

One

This morning, Benjamin Bunny sat in the woods. He saw a cart on the road. In the cart were Mr. & Mrs. McGregor.

Waar zat Benjamin vanmorgen?

1. op het strand
2. in een boom
3. in het bos
4. in een boot

Wat zag Benjamin op de weg?

1. een auto
2. een fiets
3. een bus
4. een kar

Wie zaten er in de kar?

1. Mr. & Mrs. Benjamin
2. Mr. & Mrs. Mc Couch
3. Mr. & Mrs. Bunny
4. Mr. & Mrs. McGregor

Two

Mr.&Mrs. McGregor went to the market. Benjamin walked back home, where he found his cousin Peter. Peter was wrapped in a red cloth. 

Waar gingen meneer en mevrouw McGregor naar toe?

1. naar huis
2. de winkel
3. de markt
4. het bos

Wat is Peter van Benjamin?

1. een neef
2. een broer
3. een vriend
4. zijn vader

Welke kleur heeft de doek waarin peter gewikkeld is?

Three

Peter, where are your clothes? Benjamin asked. I was in Mr. Mcgregor's garden stealing a carrot. He saw me and chased me away, I lost my clothes in his garden.

Wat vroeg Benjamin aan Peter?

1. Waarom hij in een doek gewikkeld was.
2. Waarom hij niet buiten aan het spelen was.
3. Waar dat Peter het doek vandaan heeft.
4. Waar Peter zijn kleren zijn.

Wat deed Peter in de tuin van meneer McGregor?

1. Hij wilde een wortel stelen
2. Hij wilde een appel stelen
3. Hij wilde met het zoontje van meneer McGregor spelen.
4. Hij wilde zich in de tuin verstoppen.

Wat is er met de kleren van peter gebeurd?

1. Die zitten in de wasmachine.
2. Die hangen aan de waslijn.
3. Die is hij verloren in de tuin van meneer McGregor.
4. Meneer McGregor heeft de kleren gestolen.

Four

Peter and Benjamin walked to Mr. McGregor's garden to see if the clothes were still there. Peter and Benjamin saw the clothes. Mr. McGregor had used them to make a scarecrow.  

Waren de kleren van Peter nog steeds in de tuin?

1. Ja
2. Nee
3. dat weten ze niet zeker.

Wat had meneer McMgregor met de kleren gedaan?

1. Hij heeft de kleren gewassen.
2. Hij heeft de kleren verstopt.
3. Hij heeft de kleren zelf aangetrokken.
4. Hij heeft er een vogelverschrikker van gemaakt.

Almost done!

Bijna klaar, de volgende vragen gaan niet meer over de tekst maar over de opdracht zelf.

Ik vond deze opdracht: moeilijk/makkelijk/precies goed

Wat vond je van deze opdracht? Waarom? (leuk, niet leuk, saai, etc.)

Well Done!

Goed gedaan, je bent nu klaar. De docent vertelt je wat je nu kunt doen.