22-11-2024 - Lowan thema 4 Eten en drinken dag 2
1 / 51
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
de sla
de prei
de sinaasappel
de banaan
de druiven
de peer
de groente
Slide 2 - Question de remorquage
het ontbijt
de pasta
de vis
de vork
het avondeten
het vlees
de aardappel
Slide 3 - Question de remorquage
1 banaan, 2 ........
A
banaans
B
bananen
Slide 4 - Quiz
1 sinasappel, 2 ........
A
sinaasappels
B
sinaasappelen
Slide 5 - Quiz
1 peer, 2 ........
A
peers
B
peren
Slide 6 - Quiz
1 komkommer, 2 ........
A
komkommers
B
komkommeren
Slide 7 - Quiz
1 tomaat, 2 ........
A
tomaats
B
tomaten
Slide 8 - Quiz
Hassan doet de tomaat ____ de soep.
A
op
B
onder
C
in
D
naar
Slide 9 - Quiz
Het eten ligt _____ het bord.
A
op
B
onder
C
in
D
naar
Slide 10 - Quiz
De man staat _____ het fruit.
A
op
B
onder
C
in
D
achter
Slide 11 - Quiz
Komkommer snij je _____ een mes.
A
op
B
met
C
in
D
achter
Slide 12 - Quiz
De appel is van mij, het is _____ appel.
De peer is van Ebrahim, het is _____ peer.
De sla is van Asmait, het is _____ sla.
De prei is van juf, het is _____ prei.
Wij hebben een banaan, het is _____ banaan.
De jongens hebben een ui, het is _____ ui.
zijn
haar
ons
hun
mijn
haar
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Slide 36 - Diapositive
Slide 37 - Diapositive
Slide 38 - Diapositive
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Diapositive
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Slide 44 - Diapositive
Slide 45 - Diapositive
Slide 46 - Diapositive
A
de cofee
B
de thee
C
de koffie
D
de drinken
Slide 47 - Quiz
A
de drinken
B
de vater
C
het waateer
D
het water
Slide 48 - Quiz
A
de hagelslag
B
chocoladeslag
C
bruine stokjes
D
de boterhaam
Slide 49 - Quiz
A
de kees
B
de kaas
C
de caas
D
de gaten
Slide 50 - Quiz
A
de paprika
B
de peeper
C
de peper
D
de pepper
